ECLI:NL:GHAMS:2021:1850

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
28 juni 2021
Publicatiedatum
28 juni 2021
Zaaknummer
200.294.565/01OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot onderzoek naar beleid en gang van zaken van Zeeuwse visveilingen

In deze zaak heeft de gemeente Sluis op 21 mei 2021 een verzoek ingediend bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam. Het verzoek betreft een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van de holding Zeeuwse Visveilingen (HZV) en de daarbij betrokken vennootschappen. De gemeente Sluis, als minderheidsaandeelhouder van HZV, betwist dat het besluit om de activiteiten van de visveiling in Breskens per 1 juli 2021 te concentreren in Vlissingen zorgvuldig is genomen en in overeenstemming is met de statuten en de aandeelhoudersovereenkomst. De gemeente Vlissingen, als meerderheidsaandeelhouder, en HZV c.s. hebben het verzoek van de gemeente Sluis betwist en verzocht om afwijzing van het verzoek. De Ondernemingskamer heeft op 28 juni 2021 de zaak behandeld en geconcludeerd dat er geen gegronde redenen zijn om te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van HZV c.s. Het verzoek van de gemeente Sluis is afgewezen, en zij is veroordeeld in de kosten van de procedure. De Ondernemingskamer heeft geoordeeld dat de besluitvorming door het bestuur en de RvC van HZV in overeenstemming met de statuten is verlopen en dat de belangen van alle betrokken partijen zijn meegewogen.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.294.565/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 28 juni 2021
inzake
de openbare rechtspersoon
GEMEENTE SLUIS,
gevestigd te Oostburg,
VERZOEKSTER,
advocaten:
mrs. M. Beijnevelden
M. Schroevers, beiden kantoorhoudende te Middelburg,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HOLDING ZEEUWSE VISVEILINGEN B.V.,
gevestigd te Vlissingen,
2. de naamloze vennootschap
ZEEUWSE VISVEILING BRESKENS N.V.,
gevestigd te Breskens,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ZEEUWSE VISVEILING VLISSINGEN B.V.,
gevestigd te Vlissingen,
VERWEERSTERS,
advocaten:
mrs. J. Boogaarden
S. Saija, beiden kantoorhoudende te Middelburg,
e n t e g e n
1. de openbare rechtspersoon
GEMEENTE VLISSINGEN,
gevestigd te Vlissingen,
advocaten:
mrs. J.M. van Koeveringe-Dekkeren
J.P.G. van Roeyen, beiden kantoorhoudende te Middelburg,
e n

2 [A] ,

wonende te [....] ,
3.
[B],
wonende te [....] ,
4.
[C],
wonende te [....] ,
5.
[D],
wonende te [....] ,
advocaten:
mrs. J. Boogaarden
S. Saija, beiden kantoorhoudende te Middelburg.
BELANGHEBBENDEN.
Hierna zullen partijen en andere (rechts)personen (ook) als volgt worden aangeduid:
  • verzoekster als de gemeente Sluis;
  • verweerster sub 1 als HZV;
  • verweerster sub 2 als ZVB;
  • verweerster sub 3 als ZVV;
  • verweersters sub 1 tot en met sub 3 als HZV c.s.;
  • belanghebbende sub 1 als de gemeente Vlissingen;
  • belanghebbende sub 2 als [A] ;
  • belanghebbende sub 2 tot en met sub 5 als [A] c.s.;
  • Klaas Puul B.V. als Klaas Puul; en
  • United Fish Auctions N.V. als UFA.

1.Het verloop van het geding

1.1
De gemeente Sluis heeft bij verzoekschrift met producties van 21 mei 2021 de Ondernemingskamer (samengevat) verzocht:
een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van HZV c.s. over een nader vast te stellen periode;
als onmiddellijke voorzieningen voor de duur van de procedure:
a. een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon te benoemen tot bestuurder van HZV, ZVB en ZVV met beslissende stem en zelfstandige vertegenwoordigingsbevoegdheid en dat zonder deze bestuurder HZV c.s. niet vertegenwoordigd kunnen worden;
b. een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon te benoemen tot commissaris van HZV, met beslissende stem;
c. de door de gemeente Vlissingen gehouden aandelen in het kapitaal van HZV over te dragen aan een door de Ondernemingskamer te benoemen beheerder;
d. althans een andere voorziening te treffen die de Ondernemingskamer juist acht;
3. de gemeente Vlissingen en [A] c.s. te veroordelen in de kosten van de procedure.
1.2
HZV c.s. en [A] c.s. hebben bij verweerschrift met producties van 31 mei 2021 de Ondernemingskamer verzocht het verzoek van de gemeente Sluis af te wijzen en de gemeente Sluis te veroordelen in de kosten van de procedure.
1.3
De gemeente Vlissingen heeft bij verweerschrift van 1 juni 2021, zoals aangevuld bij verweerschrift met producties van 4 juni 2021, de Ondernemingskamer verzocht, primair het verzoek van de gemeente Sluis niet-ontvankelijk te verklaren, subsidiair het verzoek van de gemeente Sluis af te wijzen met veroordeling van de gemeente Sluis in de kosten van de procedure.
1.4
Het verzoek is behandeld op de zitting van de Ondernemingskamer van 10 juni 2021. De advocaten hebben toen de standpunten van de verschillende partijen toegelicht aan de hand van overgelegde aantekeningen en wat mrs. Beijneveld en Boogaard betreft onder overlegging van tevoren toegestuurde nadere producties. Partijen en hun advocaten hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord en inlichtingen verstrekt.

2.Inleiding

2.1
Deze zaak gaat over de Zeeuwse visveilingen in Vlissingen en Breskens. Centraal staat het besluit van het bestuur van HZV om de activiteiten per 1 juli 2021 te concentreren in Vlissingen en de visveiling in Breskens te sluiten. De gemeente Sluis, minderheidsaandeelhouder van HZV, stelt dat dit besluit onzorgvuldig is genomen en in strijd is met de statuten van HZV en de tussen partijen gesloten aandeelhoudersovereenkomst. De belangen van de minderheidsaandeelhouder zouden niet (voldoende) zijn meegewogen in dit besluit. HZV c.s., de gemeente Vlissingen en [A] c.s. betwisten dit; de besluitvorming heeft conform de statutaire bepalingen en nadere afspraken in de aandeelhoudersovereenkomst plaatsgevonden en concentratie van de activiteiten in Vlissingen is in het belang van de vennootschap.

3.Feiten

3.1
In 1999 heeft de gemeente Sluis de naamloze vennootschap ZVB opgericht en de visveiling in Breskens hierin ondergebracht. In 2004 heeft de gemeente Vlissingen de besloten vennootschap ZVV opgericht en de visveiling in Vlissingen daarin ondergebracht.
3.2
In 2004 hebben de gemeente Sluis en de gemeente Vlissingen gesprekken gevoerd over een samenwerking. Op 31 december 2004 is de holding HZV opgericht en zijn de twee werkmaatschappijen ZVV en ZVB hier ingebracht. De gemeente Vlissingen houdt 65% van de aandelen in HZV en de gemeente Sluis de overige 35% van de aandelen. Op 6 december 2016 hebben de gemeente Vlissingen en de gemeente Sluis een aandeelhoudersovereenkomst gesloten. In de aandeelhoudersovereenkomst is bepaald dat als een partij de samenwerking wenst te beëindigen of een verschil van mening bestaat over het te voeren (meerjaren) beleid, er sprake is van een geschil dat in eerste instantie zal worden voorgelegd aan een mediator en zo nodig uiteindelijk zal worden beslist door drie door partijen aan te wijzen scheidsmannen. HZV heeft zich door medeondertekening van de aandeelhoudersovereenkomst verplicht daaraan haar medewerking te verlenen.
3.3
De enig bestuurder van HZV is (sinds de oprichting) [A] . HZV is de enig bestuurder van ZVB en ZVV. De statuten van HZV bepalen dat er een Raad van Commissarissen (hierna: RvC) is bestaande uit drie personen, waarvan de voorzitter en de tweede commissaris worden benoemd door de gemeente Vlissingen en de derde commissaris door de gemeente Sluis. De RvC van HZV bestaat op dit moment uit Hennekeij, Meulmeester en Risseeuw.
3.4
HZV houdt de beide werkmaatschappijen in het kader van de samenwerking tussen de twee gemeenten bij de exploitatie van de twee visveilingen. Het doel van elk van de twee werkmaatschappijen is het in stand houden en exploiteren van een visveiling.
3.5
Eind 2017 zijn het bestuur en de RvC van HZV naar aanleiding van de ontwikkelingen in de kottersector een gesprek gestart over het beleid van de visveilingen voor de komende vijf jaar. De Nederlandse vloot was in de afgelopen tien jaar gehalveerd. Wat betreft Breskens vond de aanvoer van garnalen op dat moment voor 95% plaats door schepen die Breskens niet als thuishaven hadden. Er was nog één aanvoerder met Breskens als thuishaven.
3.6
In het kader van de toekomstplannen hebben het bestuur en de RvC in 2017 een tweetal opties naar voren gebracht: i) alle activiteiten concentreren in Vlissingen; of ii) het verhuizen van de garnalenactiviteiten binnen Breskens, al dan niet door verkoop aan een derde.
3.7
In het jaarverslag 2017 van het bestuur is eveneens in het kader van de toekomstverwachting opgenomen dat een besluit genomen dient te worden of en in welke vorm de garnalenaanvoer voor Breskens behouden kan blijven. Uit het jaarverslag 2017 van de RvC volgt dat in het kader van de exploitatie van de visveiling in Breskens de onder 3.6. genoemde opties zijn geïdentificeerd en informeel met de aandeelhouders zijn besproken.
3.8
Vervolgens is doorgegaan met de optie om de garnalenactiviteiten in Breskens onder te brengen bij een derde partij, te weten Klaas Puul. In september 2018 is een intentieovereenkomst gesloten tussen HZV en Klaas Puul strekkende tot overname door Klaas Puul van alle aandelen in ZVB. Klaas Puul heeft zich echter in mei 2020 teruggetrokken waardoor het niet tot een definitief akkoord is gekomen.
3.9
Begin 2020 hebben het bestuur en de RvC gesprekken gevoerd met Visveiling Urk B.V. en UFA over een eventuele samenwerking of overname van ZVV en het voortbestaan van een visveiling in Vlissingen. In februari 2020 hebben het bestuur en de RvC besloten om (voorlopig) exclusieve gesprekken met Visveiling Urk B.V. te gaan voeren.
3.1
Parallel aan deze gesprekken hebben de aandeelhouders van HZV besloten een onafhankelijk onderzoek te laten uitvoeren naar onder meer de financiële en publieke belangen van hun aandeelhouderschap, waaronder de belangen van de visserijsector en de havengebieden en de waarde van de aandelen. Dit onderzoek is uitgevoerd door Significant Groep B.V. Op 15 december 2020 heeft Significant Groep B.V. vervolgens haar rapport uitgebracht (hierna ook: het Onderzoeksrapport). In het Onderzoeksrapport wordt geadviseerd dat de optie van liquidatie van HZV serieus moet worden overwogen.
3.11
Uit de jaarrekeningen 2018 – 2020 van ZVB en ZVV blijken onder andere de volgende financiële gegevens:
ZVB
2018
2019
2020
Netto omzet
€ 804.964
€ 397.000
€ 302.499
Kostprijs van de omzet
€ 237.189
€ 117.563
€ 105.968
Bruto-omzetresultaat
€ 567.775
€ 279.457
€ 196.531
Som der bedrijfslasten
€ 397.907
€ 376.142
€ 349.066
Bedrijfsresultaat (voor belasting)
€ 177.601
-/- € 97.051
-/- € 121.486
Mutatie geldmiddelen
€ 200.058
-/- € 20.339
-/- € 127.738
ZVV
2018
2019
2020
Netto omzet
€ 937.291
€ 731.826
€ 579.731
Overige bedrijfsopbrengsten
€ 2.693
€ -
€ 42.896
Bruto-omzetresultaat
€ 939.984
€ 731.826
€ 622.627
Som der bedrijfslasten
€ 785.271
€ 868.358
€ 828.509
Bedrijfsresultaat (voor belasting)
€ 167.541
-/- € 137.019
-/- € 206.378
Mutatie geldmiddelen
-/- € 180.488
-/- € 97.410
€ 13.101
3.12
Tijdens de aandeelhoudersvergadering van HZV van 3 februari 2021 is het voornemen besproken alle activiteiten in Vlissingen te concentreren. Tijdens deze vergadering is vastgesteld dat een dergelijk besluit valt onder artikel 13 lid 12 van de statuten van HZV, waarin het volgende is opgenomen:
“Het bestuur behoeft de goedkeuring van de Algemene Vergadering voor besluiten strekkende tot het sluiten – overdragen (in genot) daaronder begrepen – van het bedrijf van de Vennootschap of van een belangrijke deelneming van de Vennootschap.”
Om die reden is besloten om in een op 3 maart 2021 te houden aandeelhoudersvergadering het besluit voor te leggen de activiteiten in Vlissingen te concentreren, met inachtneming van de mogelijkheid van garnalenaanvoer in Breskens.
3.13
Het bestuur en de RvC van HZV hebben per brief van 11 februari 2021 aan de aandeelhouders het voorstel de garnalenaanvoer naar de visveiling in Vlissingen te verplaatsen nader toegelicht. In deze brief is onder andere opgenomen dat:
- door (externe) factoren de Nederlandse kottervloot de afgelopen 15 jaar meer dan gehalveerd is, wat zijn effect heeft op de aanvoer van vis en de toekomst van de visserij in de zuidelijke Noordzee onzeker maakt;
- ook de aanvoer van garnalen de laatste jaren sterk wordt beïnvloed door externe factoren;
- het besluit tot concentratie in Vlissingen zorgt voor een kostenbesparing (jaarlijks € 100.000 tot € 150.000) wat kan leiden tot een bedrijfsvoering waarbij een aanslag op de vermogensreserve wordt voorkomen; en
- het jaar 2020 voor beide vestigingen met een verlies wordt afgesloten.
3.14
Bij brief van 26 februari 2021 heeft de gemeente Sluis aan HZV geschreven dat zij kan instemmen met bedrijfsverplaatsing van Breskens naar Vlissingen per 1 juli 2021 onder de voorwaarde dat voor die tijd onvoorwaardelijke overeenstemming is bereikt over een overdracht van alle aandelen in HZV met een overnemende partij, die een prijs betaalt die (ongeveer) overeenkomt met de liquidatiewaarde. Voor het geval die overname niet plaatsvindt ziet de gemeente Sluis de volgende alternatieven:
a. volledige liquidatie van HZV;
b. de aandeelhouders gaan zelf in gesprek met potentiële partners; of
c. het bedrijf wordt in Vlissingen voortgezet zonder inmenging van de gemeente Sluis die afstand doet van haar aandelen tegen liquidatiewaarde.
3.15
Tijdens de vergadering van de RvC en het bestuur van 3 maart 2021 hebben het bestuur en de RvC besproken dat de voorwaarden die de gemeente Sluis stelt in de brief van 26 februari 2021 niet realistisch en haalbaar zijn. Alles afwegend is het bestuur tot de conclusie gekomen dat overheveling van de garnalenactiviteiten naar Vlissingen leidt tot een noodzakelijke besparing op de kosten, een efficiëntere bedrijfsvoering en een verbetering van de verkoopbaarheid van de onderneming als geheel. Het bestuur heeft voorgesteld op korte termijn uitvoering te geven aan de verplaatsing van de garnalenactiviteiten naar Vlissingen. De commissarissen hebben unaniem hun eerder ingenomen standpunt dat zij achter het voorstel van het bestuur staan bevestigd. Daarbij hebben zij erop gewezen dat uitstel van de verhuizing ertoe leidt dat de noodzakelijke kostenbesparing in 2021 niet bereikt kan worden, het eigen vermogen van de vennootschappen onnodig wordt aangetast en de verkoopbaarheid van aandelen of de onderneming zelf wordt geschaad.
3.16
In de aandeelhoudersvergadering van HZV van 3 maart 2021 is het voorgenomen besluit tot concentratie van de bedrijfsactiviteiten in Vlissingen door het bestuur en de RvC toegelicht. De meerderheidsaandeelhouder Vlissingen (65%) heeft haar steun voor het voorstel uitgesproken. De gemeente Sluis heeft zich tegen het voorstel uitgesproken en in dat kader gewezen op de geschillenregeling in de aandeelhoudersovereenkomst. Het bestuur van HZV heeft meegedeeld dat dat een kwestie is tussen de aandeelhouders en dat het bestuur eventuele stappen afwacht.
3.17
De gemeente Sluis heeft bij brief van 16 april 2021 haar bezwaren tegen het beleid en de gang van zaken van HZV c.s. kenbaar gemaakt.

4.De gronden van de beslissing

Standpunten van partijen
4.1
De gemeente Sluis heeft aan haar verzoek ten grondslag gelegd dat er gegronde redenen zijn voor twijfel aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van HZV c.s. en dat de toestand van de vennootschappen vereist dat onmiddellijke voorzieningen worden getroffen. Als toelichting heeft de gemeente Sluis – samengevat – het volgende naar voren gebracht.
- Het bestuur en de RvC hebben hun taken ernstig verwaarloosd. Het bestuur heeft bij het besluit tot concentratie van de activiteiten in Vlissingen geen rekening gehouden met de belangen van ZVB en de gemeente Sluis. De manier waarop het bestuur en de RvC tot de conclusie zijn gekomen de activiteiten van Breskens over te hevelen naar Vlissingen is onzorgvuldig en op onredelijke gronden tot stand gekomen. Zo zijn de meest recente financiële cijfers van het jaar 2020 niet meegewogen en hebben het bestuur en de RvC de aandeelhouders, althans de gemeente Sluis, onvoldoende geïnformeerd.
- Het besluit is tot stand gekomen in strijd met de statuten van HZV en de aandeelhoudersovereenkomst. Op grond van artikel 13 lid 12 van de statuten van HZV behoefde het bestuur voor het besluit de goedkeuring van de algemene vergadering van HZV. In samenhang met hetgeen in de aandeelhoudersovereenkomst is opgenomen geldt daarbij dat goedkeuring van een besluit als het onderhavige alleen met unanimiteit van stemmen door de algemene vergadering kan worden gegeven.
- Met het besluit is een onrechtmatige inbreuk gemaakt op de positie van de gemeente Sluis. Sinds 2012/2013 is de gemeente Sluis bezig met de herontwikkeling van het havengebied Breskens. Onderdeel van dit project is de realisatie van een ‘visserij-experience’. Onderdeel van deze ‘visserij-experience’ is onder meer de visveiling. Nu op het laatste moment, terwijl de plannen voor de herontwikkeling definitief zijn en de bouwplannen ver zijn gevorderd, de activiteiten op de locatie Breskens worden gestaakt wordt een onrechtmatige inbreuk gemaakt op de positie en de belangen van de gemeente Sluis als aandeelhouder en betrokkene bij HZV en ZVB.
- Tot slot is binnen HZV sprake van ernstig verstoorde verhoudingen tussen de minderheidsaandeelhouder enerzijds en de meerderheidsaandeelhouder, het bestuur en de RvC anderzijds.
4.2
HZV c.s. hebben verweer gevoerd en geconcludeerd tot afwijzing van de vorderingen. HZV c.s. stellen zich op het standpunt dat het bestuur en de RvC bij de besluitvorming hebben gehandeld in het vennootschappelijk belang en dat alle betrokken belangen, waaronder ook het belang van de gemeente Sluis, daarbij zijn meegewogen. Met de samenvoeging van de bedrijfsactiviteiten op één locatie in Vlissingen kan HZV jaarlijks naar schatting een bedrag van ongeveer € 150.000 besparen. HZV c.s. stellen dat de gemeente Sluis haar eigen (politieke) belangen voorop stelt, zonder rekening te houden met de belangen van de overige stakeholders van de vennootschappen. De besluitvorming met betrekking tot de (mogelijke) concentratie in Vlissingen is niet op zeer korte termijn en zonder gedegen onderzoek genomen. De samenvoeging is al langer onderwerp van gesprek, is terdege onderzocht, is genomen in het belang van HZV en de met haar verbonden ondernemingen en strekt mede ten gunste van beide aandeelhouders en de beide werkmaatschappijen. Daarnaast is het besluit overeenkomstig de statuten genomen met instemming van de RvC en na goedkeuring door een meerderheid van de aandeelhouders. Het gestelde unanimiteitsvereiste volgt niet uit de statuten en evenmin uit bijzondere afspraken en/of de aandeelhoudersovereenkomst.
4.3
De gemeente Vlissingen heeft primair aangevoerd dat de gemeente Sluis niet-ontvankelijk is omdat zij haar recht een enquête te verzoeken heeft verwerkt. Daarnaast heeft de gemeente Vlissingen het verzoek ook op inhoudelijke gronden bestreden. De gemeente Vlissingen stelt dat de besluitvorming in het bestuur en de RvC correct is verlopen en logisch is vanuit financieel perspectief en in het belang is van de vennootschappen. Met de verplaatsing van de activiteiten van Breskens naar Vlissingen kan jaarlijks circa € 150.000 aan kosten worden bespaard. Het besluit is niet lichtvaardig genomen en de besluitvorming is in overeenstemming met de statuten verlopen. Het besluit is met instemming van de RvC genomen en met goedkeuring van de vereiste meerderheid van de aandeelhouders. Er is in dit geval geen sprake van een besluit waarvoor op grond van de statuten unanimiteit is vereist.
Ontvankelijkheid
4.4
Aan het betoog dat de gemeente Sluis niet-ontvankelijk is in haar verzoek, legt de gemeente Vlissingen ten grondslag dat de gemeente Sluis al vanaf 2017 als aandeelhouder is betrokken bij en heeft meegedacht over de verplaatsing van activiteiten naar Vlissingen. Dat zij in 2021 plotseling met een wijziging in haar opstelling komt is onbegrijpelijk en naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onverenigbaar met eerdere uitingen en standpunten van de gemeente Sluis. Daarmee heeft zij haar recht een enquête te verzoeken verwerkt en dient de gemeente Sluis niet-ontvankelijk te worden verklaard in haar verzoek.
4.5
De Ondernemingskamer verwerpt het beroep van de gemeente Vlissingen op rechtsverwerking. Om rechtsverwerking te kunnen aannemen is het nodig dat de rechthebbende zich heeft gedragen op een wijze die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onverenigbaar is met het vervolgens geldend maken van zijn recht of bevoegdheid. Enkel tijdsverloop is daarvoor onvoldoende. Om rechtsverwerking te kunnen aannemen moet sprake zijn van bijzondere omstandigheden op grond waarvan bij de wederpartij gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt dat de rechthebbende zijn recht niet meer geldend zal maken, of waardoor de positie van de wederpartij onredelijk verzwaard of benadeeld zou worden indien het recht of de bevoegdheid alsnog geldend wordt gemaakt. De Ondernemingskamer is van oordeel dat de gemeente Vlissingen en HZV c.s. aan het feit dat de gemeente Sluis vanaf 2017 op de hoogte was van de mogelijke concentratie van de visactiviteiten in Vlissingen en heeft meegedacht over de mogelijke invulling van dit plan niet het gerechtvaardigd vertrouwen hebben kunnen ontlenen dat de gemeente Sluis geen gebruik meer zou maken van het aan haar als aandeelhouder van HZV toekomende recht om een enquête te verzoeken. Het beroep op rechtsverwerking slaagt niet.
Inhoudelijke beoordeling
4.6
Bij de vervulling van hun taak dienen bestuurders zich naar het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming te richten. Wat dat belang inhoudt, hangt af van de omstandigheden van het geval. Indien aan de vennootschap een onderneming is verbonden, wordt het vennootschapsbelang in de regel vooral bepaald door het bevorderen van het bestendige succes van deze onderneming. Bij de vervulling van hun taak dienen bestuurders voorts, mede op grond van het bepaalde in artikel 2:8 BW, zorgvuldigheid te betrachten met betrekking tot de belangen van al degenen die bij de vennootschap en haar onderneming zijn betrokken. Deze zorgvuldigheidsverplichting kan meebrengen dat bestuurders bij het dienen van het vennootschapsbelang ervoor zorgen dat daardoor de belangen van al degenen die bij de vennootschap of haar onderneming zijn betrokken niet onnodig of onevenredig worden geschaad.
4.7
Het bestuur van HZV heeft, in overleg met de RvC vanaf 2017 de verschillende opties met de aandeelhouders besproken en is in dat kader ook bereid geweest de mogelijkheid van een overname van de activiteiten in Breskens door Klaas Puul serieus te onderzoeken. Nadat Klaas Puul was afgehaakt heeft het bestuur, in samenspraak met de RvC, gekozen voor een concentratie van de activiteiten in Vlissingen en dit besluit ter goedkeuring aan de algemene vergadering voorgelegd. Het bestuur van HZV heeft daarbij overtuigend toegelicht dat en waarom het belang van de vennootschap is gediend met een concentratie van de activiteiten in Vlissingen, het heeft in dat verband gewezen op de negatieve ontwikkelingen in de visserijsector en met name de kottervisserij in samenhang met de slechte financiële cijfers van zowel ZVB als ZVV. Daarbij is van belang dat met die concentratie een aanzienlijke kostenbesparing kan worden gerealiseerd en de vennootschap daarmee een betere uitgangspositie heeft in het kader van de beoogde samenwerking met of overname door UFA of Visveiling Urk B.V., waardoor ook op de langere termijn het behoud van de visserijsector in Zeeland geborgd kan worden.
4.8
Als gezegd diende het bestuur zich te richten naar het bestendig succes van de door HZV in haar dochtervennootschappen gedreven onderneming, dat wil zeggen naar het bestendig succes van de visveilingen in zowel Breskens als Vlissingen. In de gegeven omstandigheden heeft het bestuur in redelijkheid kunnen oordelen dat dat succes het best wordt gediend met een concentratie van de activiteiten in Vlissingen. Anders dan de gemeente Sluis betoogt heeft het bestuur daarbij ook de belangen van de gemeente Sluis, waaronder haar plannen voor een ‘visserij-experience’ uitdrukkelijk meegewogen. Dat het bestuur van HZV in overleg met de RvC tot een andere slotsom is gekomen dan de gemeente Sluis mede op basis van het onderzoeksrapport van Significant wenselijk achtte, betekent niet dat daarmee de belangen van de gemeente Sluis onnodig, onevenredig of zelfs onaanvaardbaar worden geschaad. Het bestuur diende bij zijn afwegingen om voor een concentratie van de activiteiten in plaats van een liquidatie van HZV te kiezen, immers ook de belangen van de gemeente Vlissingen en het belang van het behoud van de visserijsector in Zeeland te betrekken en de keuze voor een concentratie in Vlissingen werd mede ingegeven door de verwachting dat daarmee bij een eventuele overname van HZV c.s. door Visveiling Urk B.V. of UFA een betere prijs voor de aandelen verkregen zou kunnen worden, hetgeen ook in het belang is van de gemeente Sluis als minderheidsaandeelhouder van HZV.
4.9
De gemeente Vlissingen heeft als meerderheidsaandeelhouder van HZV in de aandeelhoudersvergadering van 3 maart 2021 haar steun voor het door het bestuur voorgestelde besluit uitgesproken. Anders dan de gemeente Sluis betoogt blijkt daarmee uit de notulen van die vergadering zonder meer dat de algemene vergadering van HZV in meerderheid goedkeuring voor het voorgenomen besluit heeft gegeven. Voor dat besluit is op grond van de statuten van HZV geen unanimiteit vereist, maar volstaat op grond van artikel 18 lid 5 van de statuten van HZV een volstrekte meerderheid. Dat - zoals de gemeente Sluis betoogt en de gemeente Vlissingen en HZV c.s. betwisten - in de aandeelhoudersvergadering van 3 februari 2021 zou zijn afgesproken dat het besluit unanieme goedkeuring van de algemene vergadering zou behoeven is uit de notulen van die vergadering niet af te leiden. Ook uit de aandeelhoudersovereenkomst kan een dergelijk unanimiteitsvereiste niet worden afgeleid. Indien de gemeente Sluis meent dat haar verschil van inzicht met de gemeente Vlissingen door mediation of scheidsmannen zou moeten worden beslecht, dan dient zij daar de nodige stappen voor te nemen. Zij heeft dat niet gedaan. (Het bestuur van) HZV staat daar buiten.
4.1
Van een verstoorde verhouding die een negatieve invloed heeft op het functioneren van de organen van HZV c.s. is geen sprake. Er is geen impasse. Besluitvorming in het bestuur, de RvC en de algemene vergadering van HZV c.s. kan plaatsvinden en vindt ook plaats. Tussen de organen van de vennootschap wordt op regelmatige basis overlegd. Dat de informatievoorziening aan de RvC en de algemene vergadering te wensen over zou laten is de Ondernemingskamer niet gebleken.
4.11
De Ondernemingskamer komt op grond van het bovenstaande tot het oordeel dat er geen gegronde redenen zijn om te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van HZV c.s., die een onderzoek rechtvaardigen. Bij die stand van zaken bestaat geen grond voor het treffen van onmiddellijke voorzieningen. Het verzoek van de gemeente Sluis zal om die reden worden afgewezen.
4.12
De Ondernemingskamer zal de gemeente Sluis, als de in het ongelijk gestelde partij, veroordelen in de kosten van de procedure.

5.De beslissing

De Ondernemingskamer:
wijst het verzoek van de gemeente Sluis af;
veroordeelt de gemeente Sluis in de kosten van de procedure tot op heden aan de kant van HZV c.s. begroot op € 4114,-.
veroordeelt de gemeente Sluis in de kosten van de procedure tot op heden aan de kant van de gemeente Vlissingen begroot op € 4114,-.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.C. Meijer, voorzitter, mr. A.W.H. Vink, en mr. H.J. Vetter, raadsheren, en drs. J.S.T. Tiemstra RA, prof. dr. A.J.C.C.M. Loonen, raden, in tegenwoordigheid van mr. N.E.M. Keereweer, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 28 juni 2021.