Uitspraak
mr. Ph.W. Schreursen
mr. J.P.M. Tulfer, kantoorhoudende te Eindhoven,
mr. P.E. Butterman, kantoorhoudende te Breda,
1.[Belanghebbende 1] ,
[Belanghebbende 2] ,
mr. P.E. Butterman, kantoorhoudende te Breda,
4.[Belanghebbende 4] ,
mr. J. Smael, kantoorhoudende te Rotterdam,
[Belanghebbende 7],
mr. P.E. Butterman, kantoorhoudende te Breda,
[Belanghebbende 9] ,
1.Het verloop van het geding
- verzoekster als [Verzoekster] ;
- verweerster sub 1 als Nipe;
- verweerster sub 2 als Panbo;
- verweerster sub 3 als Berong;
- verweersters sub 1 t/m sub 3 als Nipe c.s.;
- belanghebbende sub 1 als [Belanghebbende 1] ;
- belanghebbende sub 2 als [Belanghebbende 2] ;
- belanghebbende sub 3 als Sens;
- belanghebbenden sub 1 t/m sub 3 als [Belanghebbende 1] c.s.;
- belanghebbende sub 4 als [Belanghebbende 4] ;
- belanghebbende sub 5 als Hunigo;
- belanghebbende sub 6 als Henla;
- belanghebbende sub 7 als [Belanghebbende 7] ;
- belanghebbenden sub 5 t/m sub 7 als Hunigo c.s.;
- belanghebbende sub 8 als Spreewald;
- belanghebbende sub 9 als [Belanghebbende 9] ;
- belanghebbenden sub 8 en 9 als Spreewald c.s.
2.Inleiding
turn keyprojecten in de champignonindustrie. [Erflater] was via Nipe tevens indirect enig bestuurder van Panbo.
3.Feiten
turn keyprojecten in de champignonindustrie. In 2005 zijn [Belanghebbende 1] en [Belanghebbende 2] in dienst gekomen van Panbo.
erworben[door Spreewald, Ondernemingskamer]
nach Einziehungsbeschluss vom 23. Juli 2020”: Spreewald heeft de aandelen die Nipe hield ingetrokken. [Verzoekster] is hiervan niet op de hoogte gesteld. Onduidelijk is of Nipe hiervoor een vergoeding is verstrekt en zo ja hoe die is berekend.
over mijn functioneren tot nu toe. Deze zijn zo geformuleerd dat ik nu al de indruk krijg dat dit op een later tijdstip tegen mij zou kunnen worden gebruikt in het kader van bestuurdersaansprakelijkheid. Deze gedachte belemmert mij in mijn functioneren. Ik wil en kan derhalve niet verder.”
4.De gronden van de beslissing
governancebij Nipe en Panbo. Binnen Nipe en Panbo ontbrak sinds het overlijden van [Erflater] een bestuurder. [Belanghebbende 1] , [Belanghebbende 2] en [Belanghebbende 7] hebben tegengehouden dat in onderling overleg een onafhankelijk bestuurder benoemd zou worden in Nipe, en daarmee in Panbo. In plaats daarvan hebben zij het ertoe geleid dat [Belanghebbende 2] op heimelijke wijze indirect bestuurder van Panbo is geworden. De op aandringen van [Belanghebbende 1] , [Belanghebbende 2] en [Belanghebbende 4] benoemde bestuurder [Belanghebbende 9] is al na drie weken weer afgetreden. Nipe is thans zonder bestuur en daardoor ook niet in staat in te grijpen in Panbo, Berong en/of Spreewald. Voorts worden er geen algemene vergaderingen gehouden waarin wordt gestreefd naar vruchtbaar overleg tussen de gerechtigden tot de aandelen;
SNS REAAL N.V.)). Voor het zijn van een ‘groep’ als bedoeld in dat wetsartikel is centrale leiding vereist. Dit betekent dat de moedermaatschappij beslissende zeggenschap over haar dochtervennootschap moet kunnen uitoefenen. Daarvan is in beginsel sprake indien zij daarin het meerderheidsbelang houdt, of de meerderheid van de stemrechten kan uitoefenen, of de meerderheid van haar bestuurders kan benoemen of ontslaan. Geen van die situaties was van toepassing in de verhouding tussen Nipe en haar deelnemingen Panbo, Berong en Spreewald. [Verzoekster] is daarom niet-ontvankelijk in haar verzoek ten aanzien van die deelnemingen. Ten aanzien van Spreewald geldt bovendien dat zij een Duitse vennootschap is en enkel de in artikel 2:344 BW genoemde rechtspersonen voorwerp kunnen zijn van een enquête. Het feit dat Spreewald niet tijdig is opgeroepen heeft daarom geen consequenties.
governancebinnen Nipe en haar feitelijke ontmanteling. Daarmee zijn bezwaren aangevoerd die van vennootschappelijke aard zijn en is het conflict niet beperkt tot een vermogensrechtelijk geschil. Dit brengt mee dat [Verzoekster] ontvankelijk is in haar verzoek. Of en in hoeverre haar bezwaren dienen te leiden tot een onderzoek komt hierna aan de orde.