Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
betreffende de aanmelding van dhr. [appellant] op donderdag 5-3-2020 bij een andere ondernemer.
nietig, vernietigbaar en onregelmatig” is, “
(m)et als conclusie dat het dienstverband met client derhalve nog steeds in stand is” en dat aanspraak wordt gemaakt op loondoorbetaling. De advocaat heeft verder medegedeeld dat [appellant] “
momenteel ziek” is, dat hij “
niet in staat (is) om zijn werkzaamheden te verrichten”, maar dat hij zich zal melden bij Sina en zijn arbeid zal aanbieden zodra hij weer arbeidsgeschikt is en dat hij bereid is om mee te werken aan controles door de bedrijfsarts.
3.Beoordeling
primairvernietiging van het hem gegeven ontslag op staande voet (van 20 maart 2020) en toelating tot zijn werkzaamheden alsmede doorbetaling van (achterstallig) loon, en
subsidiairtoekenning aan hem van een billijke vergoeding van € 5.000,- netto conform artikel 7:681 BW en betaling van het loon dat bij een regelmatige opzegging verschuldigd was.