Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverwegingen ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3
- [verdachte 1]maakte gebruik van de telefoonnummers [A-telefoonnummer] , [B-telefoonnummer] , [C-telefoonnummer] en [D-telefoonnummer] en kan gekoppeld worden aan de pingnamen ‘ [pingnaam A verdachte 1] ’, ‘ [pingnaam B verdachte 1] ’, ‘ [pingnaam C verdachte 1] ’, ‘ [pingnaam D verdachte 1] ’, ‘ [voornaam verdachte 1] ’ en ‘ [pingnaam E verdachte 1] ’.
- [verdachte 6]is de tweelingbroer van [verdachte 1] . Hij maakte gebruik van het telefoonnummer [E-telefoonnummer] en had als pingnaam ‘ [pingnaam verdachte 6] ’.
[betrokkene 2]is de partner van [verdachte 1] . Zij maakte gebruik van de telefoonnummers [F-telefoonnummer] , [G-telefoonnummer] en [H-telefoonnummer] .
- [betrokkene 1]is een verre neef van [verdachte 1] . Hij maakte gebruik van het Zweedse telefoonnummer [I-telefoonnummer] . Hij wordt ook [roepnaam betrokkene 1] , [bijnaam A betrokkene 1] , [bijnaam B betrokkene 1] of [bijnaam C betrokkene 1] genoemd.
- [verdachte 2]maakte gebruik van de telefoonnummers [J-telefoonnummer] en [K-telefoonnummer] en had als pingnamen ‘ [pingnaam A verdachte 2] ’ en ‘ [pingnaam B verdachte 2] ’, in een aantal varianten.
- [verdachte 5]maakte gebruik van het telefoonnummer [L-telefoonnummer] en gedurende na te noemen rit van haar moeder [betrokkene 7] (‘ [bijnaam A betrokkene 7] ’, ‘ [bijnaam B betrokkene 7] ’, ‘ [bijnaam C betrokkene 7] ’) naar Zweden van het telefoonnummer [M-telefoonnummer] .
- [verdachte 4]maakte gebruik van de telefoonnummers [N-telefoonnummer] en [O-telefoonnummer] en de pingnaam ‘ [pingnaam verdachte 4] ’.
- [verdachte 3]maakte gebruik van het telefoonnummer [P-telefoonnummer] en had als pingnaam ‘ [pingnaam verdachte 3] ’.
- [betrokkene 3]maakte gebruik van de telefoonnummers [Q-telefoonnummer] en [R-telefoonnummer] , waarbij aan laatstgenoemd nummer de pingnaam ‘ [pingnaam betrokkene 3] ’ was gekoppeld.
- [betrokkene 4]maakte gebruik van de pingnaam ‘ [pingnaam betrokkene 4] ’.
- [betrokkene 5]maakte gebruik van het telefoonnummer [S-telefoonnummer] .
‘een GPS-thing’dat bij [betrokkene 1] zou worden gebracht. [verdachte 1] vroeg [betrokkene 1] of het goed was dat
‘die persoon’bij hem thuis zou komen. Uit pinggesprekken en de verklaring van [verdachte 1] valt af te leiden dat [verdachte 2] op 7 november 2012 vergezeld van [betrokkene 3] naar Zweden is gereden en dat zij op 9 november 2012 in aanwezigheid van [betrokkene 1] zijn teruggereden naar Nederland. [verdachte 2] is op 11 november 2012 van Amsterdam via Parijs en Bogota naar Santa Maria gevlogen. [verdachte 1] heeft tijdens het verblijf van [verdachte 2] in Colombia veelvuldig contact met hem gehouden. [verdachte 2] ondernam toen op zijn beurt vaak (pogingen tot) contact met [betrokkene 7] en [verdachte 5] . Uit het dossier valt niet af te leiden dat [verdachte 1] in die periode direct contact heeft gehad met [betrokkene 7] of [verdachte 5] .
‘de [bijnaam C betrokkene 1] op die chik’wachtte. Kennelijk wachtte [betrokkene 1] op het drugstransport door [betrokkene 7] naar Zweden. [verdachte 1] besprak op 16 november 2012 met [verdachte 2] onder meer dat het nog zeker 20 dagen zou duren voordat de Seat klaar zou zijn. Dat het hier ging over de Seat Leon acht het hof overigens niet aannemelijk omdat deze op naam van [verdachte 1] stond sinds 30 januari 2013.
“ik maak 1 auto klaar”. Die dag is rond 17:00 uur gezien dat de auto van [verdachte 1] , een zwarte Alfa Romeo GT met kenteken [kenteken zwarte Alfa Romeo GT] in de directe nabijheid van de [straatnaam A] 19 in Zaandam was geparkeerd en om 18:25 uur, op het terrein aan [adres B] in Rozenburg stond, waar de garage van [verdachte 2] was. [verdachte 1] wist blijkens de pinggesprekken niet waar de nieuwe woning van [betrokkene 7] was en was kennelijk naarstig op zoek naar haar of haar dochter [verdachte 5] . [verdachte 2] had in die periode telefonisch contact met [verdachte 5] en/of [betrokkene 7] en gaf [verdachte 1] aanwijzingen over manieren waarop hij hen kon bereiken. [verdachte 2] sprak onder meer over de [vergelijkbare straatnaam adres D] , waarmee hij kennelijk het nieuwe adres van [betrokkene 7] bedoelde. [verdachte 2] heeft [verdachte 1] gevraagd of hij die snackbar bij [winkelcentrum A] kende en gezegd dat [verdachte 1] daar op 22 november 2012 om half zeven moest zijn en
‘hem’, kennelijk [betrokkene 11] , 7-up en eten moest laten bestellen. Op 22 november 2012 zijn [verdachte 1] en [betrokkene 4] rond 18:38 uur gezien bij [winkelcentrum A] in Hoofddorp, waar zij een man ontmoetten met wie zij [supermarkt A] aan de [adres F 1] betraden. [verdachte 1] heeft ter zitting in hoger beroep verklaard dat hij toen met [betrokkene 4] [betrokkene 11] heeft afgezet bij [winkelcentrum A] . [verdachte 1] liet rond 18:49 uur aan [verdachte 2] weten dat hij al 15 minuten stond te wachten. Rond 19:00 uur ontmoette [betrokkene 7] in gezelschap van [verdachte 5] [betrokkene 11] in [snackbar A] , gelegen aan de [adres E] in voornoemd winkelcentrum te Hoofddorp. Voorafgaand aan deze ontmoeting trachtten [betrokkene 7] en [verdachte 5] in contact te komen met [verdachte 2] . [betrokkene 7] heeft verklaard dat zij [betrokkene 11] in die snackbar heeft ontmoet, waar het te druk was om te praten en dat zij vervolgens met [verdachte 5] en [betrokkene 11] naar haar woning is gegaan. Zij hebben daar over de reis naar Zweden gesproken en [verdachte 5] was erbij aanwezig. [betrokkene 7] zou het restant van haar schuld (ter zake de aankoop van de Seat) aan [verdachte 2] betalen door naar Stockholm te rijden en daar een pakket af te leveren. Volgens [betrokkene 7] heeft [betrokkene 11] haar en [verdachte 5] elk een Nokia-telefoon overhandigd, die bestemd was voor 1-op-1 contact met [betrokkene 11] tijdens de rit naar Zweden. Op 22 november 2012 rond 23:35 uur straalde de telefoon van [verdachte 1] opnieuw de zendmast in de buurt van genoemde garage aan de [straatnaam A] aan en liet hij [betrokkene 1] weten dat hij nog maximaal een uur aan het werk was.
het’binnen een half uur zou afmaken en dan ‘
die/het’zou komen brengen. [betrokkene 1] gaf te kennen dat hij zo snel mogelijk een vlucht naar Zweden wilde nemen. [betrokkene 2] heeft hem die dag naar Schiphol gebracht. De telefoons van [verdachte 1] en [betrokkene 11] straalden die dag rond 19:10 uur dezelfde zendmast aan. [verdachte 1] had rond 21:08 uur pingcontact met de broer van [betrokkene 4] genaamd Emre, die aan [verdachte 1] liet weten dat ‘
de sleutel op het linker voorwiel lag’. [betrokkene 11] zond vanaf die avond vanaf 21: 47 uur veel sms-berichten aan [betrokkene 7] .
[bijnaam C betrokkene 1] hem zwaar stresste’. [verdachte 1] zei tegen [verdachte 2] dat hij [betrokkene 7] nu moest bellen om te zeggen dat zij met het vliegtuig konden gaan, maar [verdachte 2] wist dat zij niet wilde vliegen. Korte tijd later werd [verdachte 5] uit Colombia gebeld; het gesprek duurde 308 seconden. [verdachte 2] gaf zijn bevindingen over dit gesprek door aan [verdachte 1] en belde daarna opnieuw met [verdachte 5] . [betrokkene 3] liet tussendoor aan [verdachte 1] meermalen weten dat [bijnaam C betrokkene 1] hem had gezegd dat hij [verdachte 1] probeerde te bereiken en dat [verdachte 1] niet opnam. Op 25 november 2012 was nog steeds geen contact geweest met [betrokkene 7] , die heeft verklaard dat zij op 25 november 2012 op bezoek is geweest bij haar vader. [verdachte 2] trachtte opnieuw meermalen tevergeefs [verdachte 5] te bereiken. [verdachte 2] pingde op 25 november 2012 om 00:01 uur aan [verdachte 1] dat hij iets had geregeld, indien vader de volgende dag van de IC mocht gaan. Zij zou dat ’s ochtends horen. De rest van de dag kreeg [verdachte 2] geen contact met [betrokkene 7] . [verdachte 1] vond het een
“Kk kk kk zooi”. [verdachte 2] wees hem erop dat er iemand op sterven lag. [verdachte 1] antwoordde dat hij haar begreep maar dat die
“kk mongool niet begrijpt dat iemand op sterven ligt”, waarop [verdachte 2] pingde dat
“hij kan blijven tot het gaat, kan ie zien dat het klaar is. Maak open en laat die mongool zien”. Hierna had [verdachte 1] telefonisch contact met [betrokkene 1] . Rond 18:45 uur straalden de mobiele telefoons van [verdachte 1] en [betrokkene 11] dezelfde zendmast aan, toen [verdachte 1] werd gebeld door [betrokkene 1] en [betrokkene 11] een sms-bericht verzond naar [betrokkene 7] .
‘iets fouts’ging doen. Ze was ervan op de hoogte hoe lang zij onderweg zou zijn en in welke hotels ze zou overnachten. [betrokkene 7] heeft verklaard dat [verdachte 5] van de reis wist; zij was erbij aanwezig toen werd besproken dat ze in Zweden iets moesten afleveren. [verdachte 5] heeft haar geld geleend voor de rit en vond het oké dat haar moeder deze reis ging maken om schuldenvrij te geraken. [verdachte 5] was erbij aanwezig toen [betrokkene 11] hun allebei een zwarte Nokia telefoon gaf, met de instructie dat deze sms-telefoons alleen tussen hen gebruikt moesten worden. [betrokkene 11] zou [betrokkene 7] via deze telefoon in Zweden nadere instructies geven. [verdachte 5] kreeg de Nokia om tijdens de rit contact met [betrokkene 7] te kunnen hebben.
(‘gezet‘)en dat zij het over de betaling aan [verdachte 3] hadden. [verdachte 1] vroeg aan [verdachte 3] of hij door kon geven dat ze konden komen, waarop [verdachte 3] antwoordde dat het op maandag kon, maar dat hij dan wel vandaag bij [verdachte 1] zijn geld wilde halen. ‘s Avonds liet [verdachte 1] weten dat het op maandag niet zou lukken en vroeg aan [verdachte 3] wat de volgende optie zou zijn. [verdachte 3] gaf door dat zaterdag een optie was en vroeg wanneer [verdachte 1] het geld kwam brengen; hij had geen zin het steeds te moeten vragen. [verdachte 1] vroeg hem een beetje geduld te hebben, hij zou het hem geven.
‘de jongen’. Op zaterdag 22 december 2012 is [verdachte 4] met een vlucht van Air France via Parijs naar Lima in Peru gereisd. [verdachte 1] heeft verklaard dat ‘de jongen’ [verdachte 4] is, dat hij hem heeft gevraagd naar Peru te gaan en dat [betrokkene 5] het ticket heeft betaald. [verdachte 1] gaf [verdachte 4] tijdens zijn reis via pingcontact de instructies dat hij een pen en papier moest regelen omdat hij hem informatie zou geven die hij in het vliegtuig uit zijn hoofd moest leren, dat hij moest zeggen dat hij de vlucht van Madrid had gemist en toen via Parijs was gekomen, dat hij bij de reden van zijn bezoek aan Peru op het formulier ‘familie en plezier’ moest invullen en dat hij in Lima zou worden opgehaald door een vriend van hem die gewoon Nederlands sprak ( [betrokkene 14] ). Ook droeg [verdachte 1] hem op elke keer de pinggesprekken te wissen. [verdachte 4] was in Lima nodig voor de communicatie: hij moest aan de verzenders van de cocaïne de datum doorgeven waarop [verdachte 3] aan het werk was en een BlackBerry en € 4.000 overhandigen aan [verdachte 2] , die op dinsdag vanuit Colombia in Lima zou arriveren. [verdachte 1] had [verdachte 2] gevraagd naar Lima te gaan om voor hem te communiceren. [betrokkene 14] en [betrokkene 15] , vrienden van [betrokkene 5] , zouden de cocaïne regelen. Toen bleek dat [verdachte 2] niet naar Peru zou komen, heeft [verdachte 4] de BlackBerry en het geld aan [betrokkene 14] overhandigd.
terug te kunnen nemenen wijzigde in opdracht van [verdachte 1] wederom de vertrekdatum van zijn ticket naar een later moment.
“Ja, is goed gezellig”. Diezelfde dag informeerde [pingnaam betrokkene 6] bij [verdachte 1] of [verdachte 2] nog zou komen.
dit nieuwe jaar ons beter brengt’. Later die avond pingde [betrokkene 15] voor de zekerheid met [verdachte 1] , omdat de telefoon die zij hadden achtergelaten soms raar deed. [verdachte 1] maakte meteen van de gelegenheid gebruik om [betrokkene 15] naar het geld te vragen dat ze nog zouden krijgen.
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 4, onderdelen d, e en f
kan je niet voor 1 procent regelen”. Op een latere vraag die dag van [verdachte 1]
“Kan ik komen wisselen of gaat het niet meer lukken”, antwoordde [pingnaam betrokkene 12] dat het niet ging, dat iedereen druk was en dat
“die andere 3 procent wil”. In een gesprek op 4 januari 2013 tussen ‘ [pingnaam betrokkene 6] ’ (geïdentificeerd als [betrokkene 6] ) en ‘ [pingnaam D verdachte 1] ’ vroeg [verdachte 1] of [pingnaam betrokkene 6] nog 300 kon wisselen. Een dag later, op 5 januari 2013, meldde [pingnaam betrokkene 6] :
“He gap procent erbij dan kan het. Dat is normaal zegt ie”. [verdachte 1] reageerde daarop dat hij dat teveel vond:
“ik kan het voor 1.4 procent doen maar vindt het teveel 1 procent vindt ik netjes”.
€ 29.819
- in de woning van de verdachte € 650
- in café [bedrijfsnaam A]
- Bankstortingen ING-rekening [rekeningnummer A] van de verdachte € 27.803,79
- Bankstortingen ING-rekening [rekeningnummer B] café [bedrijfsnaam A] (28.223,40 + 14.834,32) € 43.057,72
- Waarborgsom huur café [bedrijfsnaam A] € 4.800
- Boetes (€ 1.597,41 + € 380,63 + € 580 ) € 2.558,04
- Kosten café [bedrijfsnaam A] € 32.311,73
- Contante betalingen volgens opgenomen telefoongesprekken € 3.510
- Contant betaalde facturen benzine € 1.144,07
- Lening [voetballer] € 2.000
- Stortingen cashpaspoort (€ 10.372,08 minus opname € 1.550) € 8.822,08
- Seat Leon [kenteken Seat Leon] € 12.845
- Huurkosten woning [adres A] te Nieuw Vennep (€ 1.077 x 6 maanden)
ik betaal dus aan helemaal niets mee’. De stelling van de verdediging dat [betrokkene 2] ook in de woning verbleef, brengt dan ook niet met zich dat zij verantwoordelijk moet worden geacht voor deze betalingen. Het verweer van de verdediging dat onderhavige betalingen buiten beschouwing moeten blijven, wordt derhalve verworpen.
[vergelijkbare naam betrokkene 3]en zegt dat hij vorige week een Alfa Romeo heeft gebracht die hij nu wil ophalen. Op de vraag hoeveel hij moet betalen, wordt de verdachte een bedrag van € 7.762,50 genoemd. In een gesprek op 29 januari 2013 antwoordt de verdachte op de vraag van een medewerker van [bedrijfsnaam schadebureau] of hij met meneer
[afkorting achternaam betrokkene 3]spreekt, dat de betreffende medewerker ‘met [afkorting voornaam betrokkene 3] belt’. De medewerker belt over de dagwaarde van de Alfa. De verdachte vraagt wanneer hij het geld krijgt; de opkoper heeft € 2.880 geboden en het geld kan contant worden afgerekend.
autotrack.nlop 29 mei 2013 omtrent prijzen van soortgelijke auto’s (hetzelfde type en bouwjaar) heeft een vraagprijs variërend van € 12.845 tot € 23.995 opgeleverd. Nu de aankoop niet is terug te vinden in de bankafschriften van de verdachte, dient uit te worden gegaan van contante betaling, waarbij in het voordeel van de verdachte de laagste vraagprijs uit voornoemde raadpleging van het internet in de berekening is meegenomen, derhalve € 12.845.
Bewijsoverweging ten aanzien van de feiten 5 en 6
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
jammersen verdovende middelen gevorderd.
Mijnreclasseringvan 6 april 2021 en heeft verzocht rekening te houden met de bekennende proceshouding van de verdachte, zijn gezinssituatie, zijn ondernemingen, het feit dat hij nu volwassener is en bezig is met de opbouw van een nieuw sociaal netwerk.
In beslag genomen voorwerpen en geldbedrag
jammers(kleur grijs 405296 en kleur zwart 405289), wit poeder in zakje (384832), hoeveelheid hasj (384834) en bus hennep (384835) zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar de door de verdachte onder 1, 2 en 3 begane feiten aangetroffen. Deze voorwerpen behoren aan de verdachte toe en kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke feiten dan wel tot belemmering van de opsporing daarvan. Deze zullen worden onttrokken aan het verkeer aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en/of de wet.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
68 (achtenzestig) maanden.
jammers(kleur grijs 405296 en kleur zwart 405289), wit poeder in zakje (384832), een hoeveelheid hasj (384834) en een bus hennep (384835).