Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Aanvulling van de bewijsmiddelen
Aanvulling van de bewijsmotivering
Aanpassing van de straf en aanvulling van de strafmotivering
Beslag
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) jaren.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 11 juni 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 20 november 2019. De verdachte, geboren in 1962 en thans gedetineerd, was beschuldigd van opzettelijk handelen in strijd met het verbod van de Opiumwet, met name met betrekking tot de import van 70 kilogram cocaïne. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, met uitzondering van de opgelegde straf, die werd vernietigd. Het hof heeft de strafmotivering aangevuld en een bewijsmiddel toegevoegd. Tijdens de zitting in hoger beroep op 28 mei 2021 heeft de verdediging een alternatief scenario gepresenteerd, waarin de verdachte geen wetenschap had van de aanwezigheid van verdovende middelen. Het hof heeft dit scenario echter niet aannemelijk geacht en vastgesteld dat de verdachte wel degelijk betrokken was bij de transporten van de verdovende middelen. De verdachte had zijn loods beschikbaar gesteld, het transport geregeld en was in het bezit van cryptotelefoons. Het hof oordeelde dat er sprake was van medeplegen, gezien de nauwe samenwerking met anderen. De verdediging heeft ook de persoonlijke omstandigheden van de verdachte aangevoerd, waaronder zijn leeftijd en gezondheidsproblemen. Het hof heeft deze omstandigheden in overweging genomen, maar oordeelde dat een aanzienlijke vrijheidsbenemende straf gerechtvaardigd was. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaren, met aftrek van voorarrest. Beslissingen met betrekking tot beslag werden bevestigd, waarbij het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de verbeurdverklaring van het inbeslaggenomen geldbedrag.