Uitspraak
arrest
1.STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR PORC-EX HOLLAND HOLDING,
[appellante 2] ,
[appellante 3] ,
[appellante 4] ,
[appellante 5] ,
[appellante 6] ,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
[geïntimeerde 1]
[geïntimeerde 2] ,
[geïntimeerde 3],
[geïntimeerde 4] ,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
1.Inleiding
2.Feiten
Partijen zijn overeengekomen als volgt:
5september 2013 is [appellante 5] opgericht en zijn de aandelen in [appellante 6] geleverd aan [appellante 5] . Sindsdien is [appellante 5] enig aandeelhouder van [appellante 6] . Eveneens op
5september 2013 is StAk opgericht.
-fees).[appellante 6] voldeed deze
feesaan [geïntimeerde 1] die deze afdroeg aan [A.] . Een andere mogelijkheid bestond uit afname van varkenssperma middels
On Farm Replacement(OFR) contracten.
Background:
Re Missing payments
"vanaf vandaag"geen vertegenwoordiger meer is van [geïntimeerde 1] en dat [geïntimeerde 4]
"voortaan uw genetica partner en directe link'zal zijn met [geïntimeerde 1] en [X] genetica.
3.Beoordeling
ontbindingvan de overeenkomst, en niet om een
opzegging,behoefde de in art. 4 SLO neergelegde opzegtermijn niet in acht te worden genomen, aldus de rechtbank. [appellanten] richt weliswaar grieven tegen rov. 4.7, deze hebben evenwel geen betrekking op de kwalificatie van de beëindigingsbrief als ontbinding van de SLO, zodat het hof van die kwalificatie heeft uit te gaan.
has delivered pigs to [B.] through one of [geïntimeerde 1] 's competitors-
[C.] . The [customer] and [D.]have confirmed the delivery".Volgens [geïntimeerden] heeft [geïntimeerde 1] van [B.] en van [D.] telefonisch gehoord dat [appellante 6] bij [C.] varkens had besteld en had geleverd aan [B.] . Concretisering van handelingen van [appellante 6] in strijd met art. 2 lid 2 SLO is, ook in hoger beroep, uitgebleven, terwijl dit naar het oordeel van het hof wel op de weg van [geïntimeerden] had gelegen, nu [appellanten] weerspreekt dat [appellante 6] varkens afnam bij een concurrent en weerspreekt dat [appellante 6] varkens leverde aan [B.] . [geïntimeerden] beroept zich daarom tevergeefs op tekortkoming in de nakoming van deze bepaling door [appellante 6] .
("Due Date")vermelden en dat verzuim intreedt indien de schuldenaar een zodanige termijn laat verstrijken zonder te betalen . Daar komt bij dat [appellante 6] bij brief van 6 augustus 2014, waarvan [geïntimeerden] een afschrift in het geding heeft gebracht, is aangemaand de op dat moment openstaande facturen binnen 10 dagen te voldoen. De - niet toegelichte - stelling van [appellanten] , dat uit de aard van de SLO volgt dat de facturen van [geïntimeerde 1] niet opeisbaar waren wegens strijd met de fiscale regels, kan tegen die achtergrond geen steun bieden aan haar standpunt.
"not correct invoices"en is aangedrongen op oplossing van problemen en op beantwoording van eerdere e mails. In een e-mail van 6 november 2014 aan [geïntimeerde 1] heeft [appellante 6] geklaagd dat weer een onjuiste factuur is ontvangen en gevraagd om toezending van
"the right invoices".Zij heeft in dat bericht ook geschreven
"we have still no answer about the OFR Royalties",maar die opmerking heeft geen betrekking op de opslag (zie 2.7). Daarnaast zijn ere-mails (van 23 juni 2014 en 17 februari 2015) waarin wordt geprotesteerd tegen rekeningen met de opslag.
"General status on the Nederland marked", "Credit notes 2013", "OFR contracts"en
"How to optimize corporation between DK and NL in general',dat [geïntimeerde 1] drie maal heeft gerappelleerd om een datum vast te stellen, en dat [appellante 6] vervolgens liet weten de punten
"Credit notes 2013"en
"OFR contracts"niet, en de punten
"General status on the Nederland marked"en
"How to optimize corporation between DK and NL in general'wel te willen bespreken.
" conflicts/disagreement regarding credit notes (...) and fees"en dat partijen het op 20 januari 2015 niet eens waren over de strekking van het besprokene.
"oog dienen te hebben voor elkaars belangen"zijn niet gebleken. [appellanten] betoogt nog, dat wederzijdse exclusiviteit de bedoeling van partijen was en uit de aard van de samenwerking voortvloeit. Die stelling heeft zij in het licht van art. 2 van de SLO onvoldoende concreet toegelicht om tot het bewijs ervan te kunnen worden toegelaten. De slotsom is dat de SLO noch aan de oprichting van [geïntimeerde 4] , noch aan concurrerende activiteiten in de weg stond.
corporale opportunityheeft onthouden door [geïntimeerde 4] op te richten, in [geïntimeerde 4] activiteiten te ontplooien en handelsrelaties aan te gaan met afnemers van [appellante 6] . [appellanten] heeft echter, ook in hoger beroep, het verweer van [geïntimeerden] dat [geïntimeerde 4] geen activiteiten ontplooit, niet weersproken. Alleen al daarom kan de uiteenzetting over een
corporale opportunityde stelling dat [geïntimeerde 1] onrechtmatig jegens [appellanten] heeft gehandeld, niet dragen.
5faalt en vordering IV is niet toewijsbaar. Grief
5faalt en vordering IV is niet toewijsbaar.