ECLI:NL:GHAMS:2021:1686
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Zorgregeling en verzoek om ondertoezichtstelling in een familiezakenprocedure met betrekking tot een minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 8 juni 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over een zorgregeling en een verzoek tot ondertoezichtstelling van een minderjarige. De man, verzoeker in hoger beroep, en de vrouw, verweerster, zijn de ouders van de minderjarige, die in 2011 is geboren. De ouders hebben gezamenlijk gezag, maar de minderjarige woont bij de vrouw. De man heeft in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 25 maart 2020 aangevochten, waarin de zorgregeling tussen hem en de minderjarige was opgeschort. Het hof heeft vastgesteld dat er sinds begin 2016 geen contact meer is geweest tussen de man en de minderjarige, en dat de minderjarige momenteel in behandeling is bij een kinderpsycholoog voor posttraumatische stressklachten. Het hof heeft besloten dat de Raad voor de Kinderbescherming eerst contact moet opnemen met de psycholoog van de minderjarige voordat er een raadsonderzoek kan worden gestart. Dit onderzoek moet uitwijzen of en hoe een zorgregeling kan worden vastgesteld. Het hof heeft de behandeling van de zaak aangehouden voor de duur van negen maanden, in afwachting van de resultaten van het onderzoek van de raad. De beslissing van het hof benadrukt het belang van de psychologische behandeling van de minderjarige en de noodzaak om zijn welzijn voorop te stellen in de verdere procedure.