ECLI:NL:GHAMS:2021:1683
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vernietiging beschikking inzake gezag en omgangsregeling na uithuisplaatsing van kinderen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 8 juni 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de gezagskwestie en de omgangsregeling van drie minderjarige kinderen, die eerder uit huis geplaatst waren. De kinderen, die aanvankelijk bij de man woonden, zijn na een periode in pleeggezinnen bij de vrouw geplaatst. De vrouw verzocht om met het eenhoofdig gezag over de kinderen te worden belast, terwijl de man aanvankelijk met het eenhoofdig gezag was belast door de rechtbank. Het hof heeft vastgesteld dat de vrouw de hoofdopvoeder is en dat er geen communicatie tussen de ouders mogelijk is vanwege de angsten van de vrouw voor de man, die in het verleden betrokken was bij huiselijk geweld. Het hof oordeelde dat het gezamenlijk gezag in deze situatie niet in het belang van de kinderen is, omdat er een onaanvaardbaar risico bestaat dat de kinderen klem of verloren raken tussen de ouders. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd en de vrouw met het eenhoofdig gezag belast. Daarnaast is er een omgangsregeling vastgesteld waarbij de man eenmaal per twee weken onder begeleiding van de GI contact heeft met de kinderen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.