ECLI:NL:GHAMS:2021:1679
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Bepaling van kosten DNA-onderzoek en kinderalimentatie in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 8 juni 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de kosten van een DNA-onderzoek en de kinderalimentatie. De man, verzoeker in hoger beroep, had in eerste aanleg een beschikking gekregen waarin hij en de vrouw ieder verantwoordelijk werden gesteld voor de helft van de kosten van het DNA-onderzoek, en waarin zijn bijdrage aan de kinderalimentatie werd vastgesteld op € 350,- per maand, ingaande op 5 oktober 2018. De man was het niet eens met deze beslissing en verzocht het hof om de vrouw te veroordelen tot betaling van de volledige kosten van het DNA-onderzoek en om de ingangsdatum van de kinderalimentatie te wijzigen naar 17 juni 2020.
Het hof heeft vastgesteld dat de man en de vrouw tot 2009 een relatie hadden en dat zij samen de ouders zijn van een minderjarige dochter, geboren in 2009. De man had verzocht om een DNA-onderzoek om zijn vaderschap vast te stellen, wat ook is gebeurd. Het hof oordeelde dat de man mede verantwoordelijk is voor de kosten van het DNA-onderzoek, omdat hij zelf de noodzaak voor het onderzoek had gecreëerd door zijn twijfels over zijn vaderschap. Het verzoek van de man om de vrouw volledig verantwoordelijk te stellen voor de kosten werd afgewezen.
Wat betreft de kinderalimentatie oordeelde het hof dat de ingangsdatum van de alimentatie moet worden vastgesteld op de datum van de beschikking van de rechtbank, 17 juni 2020, omdat dit de datum is waarop de man juridisch werd erkend als vader. De man had aangevoerd dat hij geen draagkracht had om de alimentatie te betalen, maar het hof oordeelde dat hij vanaf februari 2021 geen draagkracht meer had en stelde de alimentatie met ingang van die datum op nihil. De beslissing van de rechtbank werd gedeeltelijk bekrachtigd en gedeeltelijk vernietigd, met de nieuwe bepalingen over de alimentatie en de kosten van het DNA-onderzoek.