ECLI:NL:GHAMS:2021:1670
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vervangende toestemming voor geslachtsnaamwijziging van minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 1 juni 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van de moeder om vervangende toestemming te verlenen voor het indienen van een verzoek tot geslachtsnaamwijziging van haar minderjarige zoon. De moeder had in eerste aanleg een verzoek ingediend bij de rechtbank Amsterdam, dat op 2 september 2020 was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de wijziging van de geslachtsnaam niet in het belang van de minderjarige was, mede omdat er geen contact was tussen de minderjarige en zijn vader. De moeder ging in hoger beroep, waarbij zij stelde dat de bijzondere curator, die was benoemd om de belangen van de minderjarige te behartigen, had geconcludeerd dat de wijziging van de achternaam in het belang van de minderjarige was.
Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. De ouders van de minderjarige zijn gescheiden en de minderjarige heeft zijn hoofdverblijf bij de moeder. De vader heeft de minderjarige erkend, maar er is al geruime tijd geen contact meer tussen hen. De bijzondere curator heeft in haar rapport aangegeven dat de minderjarige zijn achternaam wil wijzigen naar die van de stiefvader, wat volgens haar belangrijk is voor de identiteitsvorming van de minderjarige. Het hof heeft vastgesteld dat de minderjarige zijn vader volledig afwijst en dat de wijziging van de achternaam hem zou helpen om zich meer verbonden te voelen met zijn huidige gezinssituatie.
Uiteindelijk heeft het hof geoordeeld dat het belang van de minderjarige zwaarder weegt dan het belang van de vader en heeft het verzoek van de moeder toegewezen. De beschikking van de rechtbank is vernietigd en de moeder is toestemming verleend om een verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam in te dienen.