ECLI:NL:GHAMS:2021:1661
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Wijziging zorgregeling op verzoek van de GI in het kader van een ondertoezichtstelling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 1 juni 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van de zorgregeling voor twee minderjarige kinderen, [kind 1] en [kind 2], op verzoek van de gecertificeerde instelling (GI) in het kader van een ondertoezichtstelling. De moeder, verzoekster in hoger beroep, was het niet eens met de wijziging van de zorgregeling die door de kinderrechter was vastgesteld. De ouders, die gezamenlijk het gezag over de kinderen uitoefenen, hebben een complexe relatie en de kinderen hebben hun hoofdverblijfplaats bij respectievelijk de moeder en de vader.
De moeder heeft in hoger beroep verzocht om de zorgregeling zoals vastgesteld bij beschikking van de rechtbank van 5 juli 2017 in stand te houden, terwijl de GI en de vader de wijziging van de zorgregeling steunden. De mondelinge behandeling vond plaats op 7 april 2021, waarbij de moeder, de vader, vertegenwoordigers van de GI en de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig waren. De Raad adviseerde om de bestreden beschikking te bekrachtigen, omdat de huidige zorgregeling in het belang van de kinderen zou zijn.
Het hof heeft overwogen dat de huidige zorgregeling, waarbij de kinderen nagenoeg evenveel tijd doorbrengen met beide ouders en de wisselmomenten op school plaatsvinden, het meest in het belang van de kinderen is. De moeder heeft onvoldoende gemotiveerd waarom de wijziging van de zorgregeling niet in het belang van de kinderen zou zijn. Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd, met uitzondering van de vakantieregeling, die is aangepast zodat de reguliere zorgregeling tijdens de vakanties onverkort doorloopt, met uitzondering van de zomer- en kerstvakanties, die bij helfte worden gedeeld.