Uitspraak
mr. J. du Boiste Amsterdam,
mr. R.K. Uppalte Amsterdam, thans geschrapt van het tableau.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding dat is ingesteld door de vrouw tegen een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam. De vrouw is in hoger beroep gekomen van een beschikking die een zorgregeling voor hun minderjarige kind, [de minderjarige], vaststelde. De man had de vrouw aangesproken op de nakoming van deze zorgregeling en vorderde een dwangsom van € 250,- per dag bij niet-nakoming, met een maximum van € 10.000,-. De voorzieningenrechter heeft de vordering van de man toegewezen en de vrouw in de kosten van het geding veroordeeld. De vrouw heeft in hoger beroep drie grieven ingediend, maar heeft tijdens de behandeling haar eerste en derde grief ingetrokken, waardoor alleen de grief tegen de dwangsom aan de orde bleef. Het hof heeft vastgesteld dat er grote verschillen in ideeën en communicatieproblemen zijn tussen de ouders, wat heeft geleid tot wantrouwen en zorgen over de veiligheid van [de minderjarige]. Het hof oordeelt dat de vrouw onvoldoende heeft meegewerkt aan de uitvoering van de zorgregeling en dat de dwangsom gerechtvaardigd is. Het hof bekrachtigt het vonnis van de voorzieningenrechter en veroordeelt de vrouw in de proceskosten van het hoger beroep.