ECLI:NL:GHAMS:2021:1606
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Klacht tegen notaris over overdracht van percelen grond en betrokkenheid erfgenamen
In deze zaak hebben klagers, erfgenamen van een overleden vader, een klacht ingediend tegen een notaris die betrokken was bij de overdracht van twee percelen grond aan hun broer. Klagers verwijten de notaris dat hij hen niet heeft betrokken bij deze transactie, wat hen zou hebben benadeeld. De moeder van klagers heeft de percelen in mei 2019 verkocht aan de broer, terwijl de vader van klagers in zijn testament had bepaald dat de nalatenschap op een bepaalde manier verdeeld moest worden. Klagers hebben op 28 juli 2020 een beroepschrift ingediend tegen de beslissing van de kamer voor het notariaat, die de klacht ongegrond verklaarde. Tijdens de behandeling van de zaak op 18 maart 2021 zijn klager 1 en de notaris verschenen, terwijl klager 2 niet aanwezig was. Het hof heeft de feiten vastgesteld op basis van de eerdere beslissing van de kamer, waartegen geen bezwaar is gemaakt door de partijen. Het hof heeft geoordeeld dat de notaris niet onterecht heeft gehandeld, omdat de moeder zelfstandig bevoegd was om de percelen aan de broer over te dragen. Klagers hebben geen voldoende onderbouwing gegeven voor hun claims, en het hof heeft de klachten ongegrond verklaard. De nieuwe klachten die in hoger beroep zijn ingediend, zijn niet-ontvankelijk verklaard. De beslissing van de kamer is vernietigd, en het hof heeft de verzoeken van klagers om schadevergoeding en de nieuwe klachten afgewezen.