Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 19 januari 2015 te Beverwijk ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [benadeelde] opzettelijk van het leven te beroven, meermalen, althans eenmaal, (krachtig) met een mes, althans een scherp voorwerp, in de buik en/of de arm, in elk geval het lichaam, van die [benadeelde] heeft gestoken/gesneden, en/of (vervolgens) (krachtig) met een mes, althans een scherp voorwerp, in de buik en/of de arm, in elk geval het lichaam, van die [benadeelde] heeft gestoken/gesneden, terwijl die [benadeelde] op de grond lag en/of hij, verdachte, met zijn knie op de borst van die [benadeelde] zat, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 19 januari 2015 te Beverwijk ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [benadeelde] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, meermalen, althans eenmaal, (krachtig) met een mes, althans een scherp voorwerp, in de buik en/of de arm, in elk geval het lichaam, van die [benadeelde] heeft gestoken/gesneden, en/of (vervolgens) (krachtig) met een mes, althans een scherp voorwerp, in de buik en/of de arm, in elk geval het lichaam, van die [benadeelde] heeft gestoken/gesneden, terwijl die [benadeelde] op de grond lag en/of hij, verdachte, met zijn knie op de borst van die [benadeelde] zat, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2005 tot en met 19 januari 2015 te Beverwijk (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan [adres]), hoeveelheden hennepplanten en/of een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 40, althans een (groot) aantal, hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Vonnis waarvan beroep
De ontvankelijkheid van de officier van justitie in de strafvervolging (feit 2)
Bewijsoverweging
1 primair tenlastegelegde.
Bewezenverklaring
hij op 19 januari 2015 te Beverwijk ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [benadeelde] opzettelijk van het leven te beroven, meermalen met een mes in de buik en de arm, van die [benadeelde] heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
hij in de periode van 21 augustus 2012 tot en met 19 januari 2015 te Beverwijk telkens opzettelijk heeft geteeld (in een pand aan [adres]), ongeveer 32 hennepplanten.
Bewijsmiddelen
- Een proces-verbaal van bevindingen, d.d. 19 januari 2015 (paginanummer 191 en 192);
- Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 19 maart 2015 (paginanummer 469);
- De verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep op 17 mei 2021.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
2 bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van maatregel
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
in tegenwoordigheid van mr. S. Geensen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 31 mei 2021.