ECLI:NL:GHAMS:2021:1539
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarigen met betrekking tot omgangsverzoeken van de moeder
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 25 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van drie minderjarigen, geboren uit de relatie van de moeder en de vader. De moeder was niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot omgang met de kinderen, en het hof heeft de bestreden beschikking van de kinderrechter bekrachtigd. De kinderen, [kind 1], [kind 2] en [kind 3], verblijven in verschillende opvangsituaties vanwege zorgen over hun opvoeding en veiligheid. De moeder heeft in hoger beroep de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing betwist, maar het hof oordeelde dat de zorgen over de opvoedsituatie bij de moeder nog steeds aanwezig zijn. De kinderen hebben gedragsproblemen en er zijn ernstige zorgen over hun welzijn, waaronder meldingen van seksueel misbruik. Het hof heeft vastgesteld dat de moeder, ondanks hulpverlening, niet in staat is om de kinderen een veilige en stabiele omgeving te bieden. De GI heeft verzocht om een perspectiefonderzoek, maar zorgaanbieders hebben aangegeven dit niet te kunnen uitvoeren vanwege de complexiteit van de situatie. Het hof benadrukt het belang van duidelijkheid voor de kinderen over hun toekomst en heeft de GI opgedragen om haar uiterste best te doen voor een perspectiefonderzoek. De moeder is niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek om meer contactmomenten met de kinderen, omdat dit verzoek niet in hoger beroep kan worden gedaan. De beschikking is openbaar uitgesproken.