ECLI:NL:GHAMS:2021:1538
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de ondertoezichtstelling van minderjarige kinderen in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 25 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarige kinderen, [kind 1] en [kind 2]. De moeder van de kinderen, die alleen het gezag uitoefent, heeft in hoger beroep de beschikking van de kinderrechter van 22 oktober 2020 aangevochten, waarin de ondertoezichtstelling was verlengd op verzoek van de gecertificeerde instelling De Jeugd- & Gezinsbeschermers (GI). De moeder verzocht om de ondertoezichtstelling te beëindigen, terwijl de GI en de Raad voor de Kinderbescherming (de raad) de noodzaak van voortzetting van de ondertoezichtstelling benadrukten.
De moeder heeft aangevoerd dat zij zelf in staat is geweest om hulpverlening voor de kinderen te organiseren en dat de samenwerking met de GI niet goed verloopt. De GI heeft echter betoogd dat de kinderen nog steeds in hun ontwikkeling worden bedreigd en dat de moeder onvoldoende inzicht heeft in de opvoedproblemen. De raad heeft in zijn advies ook gewezen op de zorgen over de opvoedvaardigheden van de moeder en het belang van continuïteit in de hulpverlening.
Het hof heeft vastgesteld dat er nog steeds ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van de kinderen en dat de gronden voor de verlenging van de ondertoezichtstelling aanwezig zijn. De moeder is niet in staat gebleken om de hulpverlening adequaat te coördineren en de kinderen worden nog steeds belast met volwassenproblematiek. Het hof heeft daarom de bestreden beschikking bekrachtigd, waarmee de ondertoezichtstelling van de kinderen is verlengd tot 29 oktober 2021.