ECLI:NL:GHAMS:2021:1526
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot instellen bewind en mentorschap op basis van notariële volmacht
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 25 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een verzoek tot het instellen van bewind en mentorschap voor een betrokkene, die lijdt aan dementie. De verzoeker, die de belangen van de betrokkene wilde behartigen, stelde dat de betrokkene onvoldoende beschermd werd door de huidige volmacht die aan de verweerder was afgegeven. De verzoeker voerde aan dat er persoonlijke eigendommen van hem waren verdwenen en dat de financiële situatie van de betrokkene zorgwekkend was. De verweerder, die de volmacht had, betwistte deze claims en stelde dat hij de belangen van de betrokkene op een zorgvuldige manier behartigde. Het hof oordeelde dat de belangen van de betrokkene voldoende beschermd waren door de volmacht en dat er geen noodzaak was voor het instellen van een bewind. Het hof verklaarde de verzoeker niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep voor het verzoek tot mentorschap en bekrachtigde de eerdere beschikking van de kantonrechter. De kosten van de procedure werden door beide partijen zelf gedragen.