De vader wil graag met de kinderen terugkeren naar [plaats B] , en heeft dat noodgedwongen in september 2020 zonder de kinderen ook gedaan, conform de afspraken die zowel vóór als tijdens het verblijf in Nederland zijn gemaakt door partijen. Het was altijd de bedoeling dat de verhuizing naar Nederland tijdelijk zou zijn; daarom hebben partijen hun woningen in Spanje aangehouden en later een strandhuis gekocht. Partijen hebben hun zorgverzekering in Spanje gehouden en zij bezoeken artsen en tandartsen in Spanje en gingen iedere schoolvakantie terug naar Spanje.
De vader heeft zowel een emotioneel als financieel belang bij de terugverhuizing naar Spanje. De omzet van zijn praktijk is de afgelopen jaren teruggelopen. De vader is gespecialiseerd in het Spaanse familierecht. Hij is werkzaam in een kostenmaatschap en heeft geen collega's die voor hem waar kunnen nemen. Sinds 2017 heeft hij geen nieuwe cliënten gekregen. Het is belangrijk dat hij fysiek in Spanje is om nieuwe cliënten te werven, contacten te onderhouden en te netwerken. De huuropbrengsten van de panden in Spanje leveren onvoldoende aanvullende inkomsten op. Hij heeft zich inmiddels genoodzaakt gezien alleen naar Spanje terug te gaan omdat hij het faillissement van zijn praktijk vreesde. Hij heeft niet de financiële middelen om de kinderen regelmatig in Nederland te bezoeken.
De moeder mag van haar werkgever om de week vanuit [plaats B] werken. Zij kan ook een andere baan in [plaats B] zoeken; haar salaris zal dan lager zijn maar haar kosten ook. De moeder kan verblijven in een van de appartementen van partijen. Het is voor haar gemakkelijker als Spaanse om een baan in Spanje te vinden dan voor de vader om een baan in Nederland te vinden. Het is niet langer houdbaar voor de vader om zijn Spaanse advocatenkantoor vanuit Nederland voort te zetten. De vader geeft een schets van de financiële situatie die erop neerkomt dat een terugverhuizing naar Spanje besparingen meebrengt, onder andere omdat dan geen kindermeisje meer nodig is (hij zal veel thuis werken), de kosten van levensonderhoud lager liggen en de school goedkoper is. De toegevoegde waarde van een hoger inkomen in Nederland is er thans niet, nu alle extra kosten die daardoor bestaan uit het verschil tussen het Spaanse en het Nederlandse inkomen moeten worden voldaan.
De vader is de afgelopen jaren de hoofdverzorger van de kinderen geweest. Zij zijn niet geworteld in Nederland; zij spreken geen Nederlands, gaan niet naar een Nederlandse school en hebben geen Nederlandse vriendjes. De verzoeken van de vader in zijn inleidende verzoekschrift moeten worden opgevat zoals deze ter zitting nader zijn toegelicht en zijn opgenomen in rechtsoverweging 3.1 van de bestreden beschikking.
De overeenkomst van 19 december 2019 is getekend door beide partijen met het oog op de definitieve keuze voor de echtscheiding. De moeder is verplicht de overeenkomst na te komen. Op 31 december 2019 bevestigde zij nog via WhatsApp dat de terugverhuizing niet langer een probleem was. De vader wijst er voorts op dat de moeder ook in februari 2020 geen probleem had met verhuizen naar Spanje. Dit volgt uit haar antwoord op de vraag of zij van plan was om haar toestemming te geven om de kinderen in te schrijven op een specifieke school in [plaats B] . De Corona-situatie vormt geen bezwaar tegen de verhuizing naar Spanje, aldus nog steeds de vader.
De vader weerspreekt niet dat de moeder een goede moeder is en dat de kinderen het goed hebben in Nederland. Dat neemt niet weg dat de kinderen volgens de vader willen terugkeren naar Spanje. De toestemming is terecht verleend en de overige verzoeken van de moeder (raadsonderzoek, het gelasten van medewerking aan mediation, het horen van de kinderen en de kostenveroordeling) dienen te worden afgewezen. De moeder moet in de proceskosten worden veroordeeld nu zij nodeloos procedeert; zij heeft immers op 19 december 2019 de eerdergenoemde overeenkomst getekend.