ECLI:NL:GHAMS:2021:1510
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Gezag en zorgregeling in een echtscheidingsprocedure met betrekking tot minderjarigen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 18 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de gezags- en zorgregeling van twee minderjarige kinderen, [kind 1] en [kind 2], in het kader van de echtscheiding van hun ouders, de vrouw en de man. De vrouw had in hoger beroep verzocht om de gezamenlijke uitoefening van het gezag door de man af te wijzen, terwijl de man in incidenteel hoger beroep verzocht om de zorgregeling te wijzigen. De rechtbank had eerder bepaald dat de ouders gezamenlijk met het gezag over de kinderen worden belast en een zorgregeling had vastgesteld waarbij de kinderen om de week bij de man verblijven.
Het hof heeft de grieven van beide partijen gezamenlijk besproken en geconcludeerd dat de rechtbank terecht het verzoek van de man om gezamenlijk gezag heeft toegewezen. Het hof oordeelde dat er geen onaanvaardbaar risico was dat de kinderen klem of verloren zouden raken tussen de ouders. De communicatie tussen de ouders was weliswaar verstoord, maar dit rechtvaardigde niet de afwijzing van het verzoek tot gezamenlijk gezag. Het hof benadrukte dat de ouders in het belang van de kinderen moeten werken aan hun onderlinge communicatie.
Wat betreft de zorgregeling heeft het hof de bestaande regeling bevestigd, maar met de toevoeging dat partijen aan het begin van elk schooljaar de verdeling van vakanties en feestdagen moeten afspreken. Daarnaast heeft het hof de door de man te betalen kinderbijdrage vastgesteld op € 21,- per kind per maand met ingang van 21 juni 2019 en op € 77,- per kind per maand met ingang van 1 juli 2020. De beslissing van het hof is uitvoerbaar bij voorraad, en het hof heeft het in hoger beroep meer of anders verzochte afgewezen.