ECLI:NL:GHAMS:2021:1494
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- J. Jonkers
- J.F. Miedema
- J.A. van Keulen
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging verzoek gezamenlijk gezag en afwijzing uitbreiding omgangsregeling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 11 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verzoeken van partijen met betrekking tot het gezag en de omgangsregeling van hun minderjarige dochter. De vrouw, verzoekster in principaal hoger beroep, heeft in 2020 hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 9 juli 2020, waarin het verzoek van de man om gezamenlijk gezag over hun dochter werd toegewezen. De man, die in incidenteel hoger beroep ging, verzocht om uitbreiding van de omgangsregeling. Het hof heeft vastgesteld dat de ouders sinds 2017 in een vrijwillig kader worden ondersteund door de Jeugdbescherming en dat er positieve ontwikkelingen zijn in hun communicatie. Het hof oordeelt dat de man, gezien de gewijzigde omstandigheden, weer gezamenlijk gezag over de dochter kan uitoefenen. De vrouw heeft echter bezwaren tegen gezamenlijk gezag, omdat zij vreest dat dit haar rust zal verstoren. Het hof heeft de argumenten van de vrouw overwogen, maar oordeelt dat het in het belang van de minderjarige is dat de man ook gezag heeft. Wat betreft de omgangsregeling heeft het hof geoordeeld dat de huidige regeling goed verloopt en dat er op dit moment geen ruimte is voor uitbreiding van de omgang, omdat dit tot frictie kan leiden. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank en wijzigt de eerdere beschikking van het hof van 1 maart 2016, zodat het gezamenlijk gezag over de dochter wordt hersteld. De beslissing is genomen met het oog op de belangen van de minderjarige en de noodzaak voor beide ouders om te blijven werken aan hun communicatie.