ECLI:NL:GHAMS:2021:1491
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Wijziging kinderalimentatieovereenkomst wegens gewijzigde omstandigheden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 11 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot wijziging van een kinderalimentatieovereenkomst. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, had in 2012 met de man, verweerder in hoger beroep, een overeenkomst gesloten waarin de man zich verplichtte om maandelijks €800,- te betalen voor de kosten van hun minderjarige zoon. De vrouw betoogde dat er een niet-wijzigingsbeding was overeengekomen, maar het hof oordeelde dat de tekst van de overeenkomst geen aanknopingspunten bood voor deze stelling. Het hof concludeerde dat de man ontvankelijk was in zijn verzoek tot wijziging van de kinderalimentatie, omdat er sprake was van gewijzigde omstandigheden sinds de oorspronkelijke overeenkomst. De man had zijn zorg voor de minderjarige aanzienlijk vergroot sinds hij in Nederland woonde, en het hof oordeelde dat dit een wijziging van de kinderalimentatie rechtvaardigde. De vrouw had onvoldoende onderbouwd dat de behoefte van de minderjarige hoger was dan het bedrag dat eerder was vastgesteld. Het hof bekrachtigde de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 27 mei 2020, die de kinderalimentatie had verlaagd naar €623,- per maand met ingang van 15 oktober 2019 en naar €553,- per maand met ingang van 1 januari 2020. De proceskosten in hoger beroep werden gecompenseerd.