ECLI:NL:GHAMS:2021:1487
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Omzetting van bewind en mentorschap in een ondercuratelestelling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 11 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de omzetting van een bewind en mentorschap in een ondercuratelestelling. Betrokkene, geboren in 1962 en moeder van vier kinderen, was eerder onder bewind gesteld vanwege haar lichamelijke en geestelijke toestand en problematische schulden. De kantonrechter had op verzoek van de bewindvoerder, [X] B.V., de onderbewindstelling en het mentorschap opgeheven en betrokkene onder curatele gesteld. Betrokkene was het niet eens met deze beslissing en heeft hoger beroep ingesteld.
Tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep op 18 maart 2021 heeft betrokkene, bijgestaan door haar advocaat, haar standpunt toegelicht. De curator, vertegenwoordigd door [Y], heeft de noodzaak van de ondercuratelestelling verdedigd, waarbij werd gewezen op de kwetsbaarheid van betrokkene en haar afhankelijkheid van zorg. Het hof heeft vastgesteld dat betrokkene, ondanks haar geestelijke en cognitieve vermogens, door haar fysieke toestand en impulsieve gedrag in haar belangen niet adequaat kan voorzien.
Het hof heeft geoordeeld dat de kantonrechter terecht de ondercuratelestelling heeft opgelegd, gezien de verschillende incidenten die de noodzaak voor bescherming aantoonden. De beslissing van de kantonrechter is bekrachtigd, en het hof heeft geen aanleiding gezien om de curator te veroordelen in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van bescherming voor personen die door hun omstandigheden niet in staat zijn om hun eigen belangen te behartigen.