ECLI:NL:GHAMS:2021:148

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
11 januari 2021
Publicatiedatum
26 januari 2021
Zaaknummer
23-000506-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van de oproeping in hoger beroep wegens onjuiste betekening

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 11 januari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een verdachte die niet is verschenen, omdat de oproeping in hoger beroep niet op de juiste wijze is betekend. De verdachte, geboren in Roemenië, was niet gedetineerd of ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP) in Nederland, en er was geen feitelijke woon- of verblijfplaats in Nederland bekend. De oproeping had moeten worden verzonden naar het bekende adres in Roemenië, maar dit is niet gebeurd. Hierdoor is de oproeping nietig verklaard, omdat de verdachte noch een gemachtigd raadsman op de zitting aanwezig was. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal om de oproeping nietig te verklaren, toegewezen. De beslissing is genomen op basis van artikel 36e, lid 3, van het Wetboek van Strafvordering, dat voorschrijft hoe de betekening van de oproeping dient te geschieden wanneer de verdachte zich buiten Nederland bevindt. Het hof heeft vastgesteld dat de oproeping niet op de voorgeschreven wijze is betekend, waardoor de rechtsgeldigheid van de oproeping in het geding is gekomen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000506-20
datum uitspraak: 11 januari 2021
NIET VERSCHENEN (niet-gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 3 februari 2020 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 13-256551-19 en 13-262020-19 en 13-002266-20 en 13-002665-20 en 13-003283-20 en 13-010643-20 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Roemenië) op [geboortedag] 1985,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
11 januari 2021.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, ertoe strekkend dat de oproeping in hoger beroep nietig wordt verklaard.

Geldigheid van de oproeping in hoger beroep

Op grond van artikel 36e, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) dient, indien als vaststaand kan worden aangenomen dat een verdachte niet in Nederland is gedetineerd en niet (in Nederland) is ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP) en van hem ook geen feitelijke woon- of verblijfplaats in Nederland, maar wel een adres in het buitenland bekend is, de betekening van de oproeping te geschieden door toezending van de oproeping. Die toezending zal hetzij rechtstreeks, hetzij door tussenkomst van de bevoegde buitenlandse autoriteit of instantie en, voor zover een verdrag van toepassing is, met inachtneming van dat verdrag moeten plaatsvinden. Door die toezending is de oproeping dan rechtsgeldig betekend.
In dit geval was de verdachte ten tijde van het betekenen van de oproeping niet gedetineerd of ingeschreven in de BRP. Verder was van hem geen feitelijke woon- of verblijfplaats in Nederland, maar wel een adres in het buitenland bekend. Blijkens een in het dossier opgenomen afbeelding van de identiteitskaart van de verdachte (geldig van 5-10-2017 tot en met 6-10-2027) is zijn adres immers [adres] (Roemenië). Uit de stukken in het dossier en het verhandelde ter terechtzitting blijkt niet dat de oproeping om op 11 januari 2021 op de terechtzitting in hoger beroep te verschijnen op de voet van artikel 36e, derde lid, Sv is verzonden naar dit adres in Roemenië, zodat ervan moet worden uitgegaan dat dit niet is geschied.
Uit het vorenoverwogene volgt dat de oproeping om in hoger beroep op de terechtzitting te verschijnen niet op de door de wet voorgeschreven wijze aan de verdachte is uitgereikt. De oproeping dient op grond daarvan – nu de verdachte noch een door hem gemachtigd raadsman ter terechtzitting is verschenen – nietig te worden verklaard.

Beslissing

Het hof:
Verklaart de oproeping in hoger beroep nietig.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. C.N. Dalebout, mr. J.J.I. de Jong en mr. H.A. van Eijk, in tegenwoordigheid van
mr. S. Bonset, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
11 januari 2021.
mr. C.N. Dalebout is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.