Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
“(…) Gisteren was [geïntimeerde] bij ons op kantoor om polshoogte te nemen. Er was een waterleiding gesprongen en de parketvloer is eruit geknald. Die wordt momenteel hersteld. Eigenlijk is het hele kantoor aan een renovatie toe. Ik ben daar wat plannen voor aan het maken. (…) Ook is er nog stank en vochtprobleem in de kelder, wat inmiddels vrij urgent is. [geïntimeerde] vertelde me dat hij kort geleden met jou had gesproken over de huurovereenkomst. Hij wilde het liefst deze zaken allemaal combineren. (…) In het verleden heb ik regelmatig tegen [geïntimeerde] gezegd, dat ik het pandje wel wil kopen, maar daar dat was toen nog niet aan de orde, zei hij. Ik opperde het gisteren weer en hij klonk nu niet geheel afwijzend. Wellicht omdat hij ook niet op een investering zit te wachten. Voor mij is ook bespreekbaar een verlenging van de huur met een koopafspraak over een paar jaar. Dan kan ik de investeringen voor mijn rekening nemen. Misschien is dat het beste van twee werelden voor [geïntimeerde] ? (…)”
“Heb je je gedachten al over onderstaande email laten gaan?”
“Ik was nog niet in de gelegenheid om te reageren. Het lijkt mij goed om even af te spreken bij jou op kantoor. (…)”
“Het was leuk om je weer eens te spreken! Ik was benieuwd of je al in de gelegenheid bent geweest om wat berekeningen te maken. Graag hoor ik van je.(…)”
“Goede vakantie gehad? Je weet van die opstalschade door de gesprongen waterleiding in ons kantoor. Om [geïntimeerde] niet lastig te vallen, hebben we dat zelf opgepakt via onze inboedelverzekering. (…) Ik laat dit maar even rusten in afwachting van jouw voorstel. Ik hoor graag van je.”
“Heb je al wat nieuws?”
“(…) Ik ben bezig om de gegevens van het pand te inventariseren en in dat kader willen wij een meetrapport en een energielabel laten maken. (…)”
“Hierbij de offerte voor het dichten van de kelderbak van het kantoor. Los van de eventuele koop zou ik dit graag met spoed in orde laten maken. (…) Zou je dit willen overleggen met [geïntimeerde] ?”
“Ik zal de offerte bespreken met [geïntimeerde] . (…)”
“De VvE heeft inmiddels besloten de werkzaamheden aan de kelder te willen gaan aanbesteden. En er is inmiddels een keuze gemaakt voor de aannemer. De kelder zal tijdens de werkzaamheden leeg moeten zijn. Wat is voor jullie het prettigst qua datum?”
“(…) Al met al behoorlijk wat werk en overlast voor ons. Na de vakantie lijkt mij dan het handigst. Ook omdat het kantoor aan een grondige renovatie toe is en het met het oog op de toekomst wellicht verstandig is om dan in één keer door te gaan. In dat kader ben ik benieuwd naar de status van jouw bevindingen en de wensen van [geïntimeerde] . Kun je daar al iets over zeggen? (…)”
“(…) Vanaf mijn eerste mail op 31 januari jl. heb ik al verzocht om in gesprek over een verlenging of koop van het kantoor. Je gaf aan dat je wat huiswerk ging doen en in overleg met [geïntimeerde] met een voorstel zou komen. Ook om dat er sprake zou zijn van een verkoop door [geïntimeerde] , heb ik daar geduldig op gewacht en hebben we in overleg besloten de werkzaamheden mbt de lekkende kelder (…) even vooruit te schuiven. Ik heb je zelfs op 2 mei jl. het meetcertificaat toegezonden, zodat je de goede berekeningen kon maken. Het zou fijn zijn om op korte termijn duidelijkheid te verkrijgen, (…) Gezien de lange en goede huurrelatie zou ik jou (of [geïntimeerde] ) willen verzoeken om zo spoedig mogelijk een voorstel te doen. (…)”
“Naar aanleiding van ons telefoongesprek van vorige week zouden we nog even voor mijn vakantie contact hebben om wellicht wat duidelijkheid te krijgen. Zoals gezegd, ben ik bereid een goede koopprijs voor het kantoor te betalen. Jij gaf aan dat je ook een waarde calculatie wilde maken op basis van omzetting van kantoor naar een woning (…). Het bestemmingsplan laat geen ruimte hiervoor. (…) Overigens is de hele omzetting überhaupt een theoretisch verhaal als we overeenstemming bereiken over een koopsom, die ook voor jullie aan de verwachtingen voldoet. Ook een variant van huur en/of koop is voor mij bespreekbaar. Ik zou graag van je horen wat de mogelijkheden zijn. (…)”
“Ik hoop dat je een goede vakantie hebt gehad. Gezien de opzegging begint de tijd enigszins te dringen. Begin september heb je de afspraak met de gemeente over de mogelijkheden tot omzetting tot wonen. Ik neem aan dat je dat gesprek eerst wilt afwachten en dat dit de reden is dat je nog niet geantwoord hebt op mijn onderstaand email. Kunnen we kort na dit gesprek een afspraak inplannen, wellicht ook met [geïntimeerde] erbij? Dan kunnen we hopelijk snel duidelijkheid krijgen of we inderdaad een koop- en/of verlengingsdeal kunnen sluiten of dat we op zoek moeten gaan naar andere kantoorruimte.(…)”
“(…) Dank voor het overleg van gisteren. Nu [geïntimeerde] , gezien zijn leeftijd, heeft besloten om het pand te verkopen, willen we er van onze zijde alles aan doen om in onderling overleg tot overeenstemming te komen. Het is ook al jaren een grote wens van ons om het pand te kopen. De gevraagde € 1.500.000,- vind ik erg hoog. Er moet echt nog behoorlijk wat aan het pand gebeuren om het weer up-to-date te maken. In ieder geval ben ik blij dat we voor wat betreft de (gerenoveerde) huurwaarde niet van mening verschillen en deze inschatten op € 55.000 p.j. Vanwege het feit dat de tijd enigszins dringt, wil ik je in ieder geval vragen om de huurovereenkomst op basis van deze huurprijs te verlengen voor 6 maanden na 1 maart 2019, indien we onverhoopt geen overeenstemming over de koop bereiken. Omdat je uitgaat van een verkoop “as is”, zou ik zoals besproken graag snel de informatie van je ontvangen omtrent de funderingssituatie en de te verwachten kosten, de kostenregeling in de VVE en reeds gemaakte afspraken omtrent onderhoud etc. Ik heb je nu een koopindicatie gegeven van circa 1,1 mio, maar ik wil kijken of ik nog een stukje de kant van [geïntimeerde] op kan komen. Cruciaal lijkt me de waardering van de kelder. Zoals besproken neem ik ook de variant mee, waarin we de levering uitstellen en eerst nog een tijdje huren voor € 5.000 p.j. De stukken zie ik graag tegemoet. Liefst wel zo snel mogelijk. (…)
“(…) Ik ben vanmiddag onderweg en zal je morgen van de stukken voorzien. Intussen heb ik de diverse mogelijkheden vast via de e-mail bij [geïntimeerde] in de week gelegd. (…)”
“(…) Verder neem ik aan dat je inmiddels overleg hebt gehad met [geïntimeerde] nav mijn mail van 12 september? Graag zou ik van je vernemen.”In reactie daarop heeft [A] bij e-mail van 1 oktober 2018 de jaarstukken 2017 met een specificatie van de servicekosten van de VvE aan [X] gestuurd en de verdeelsleutel betreffende de appartementsrechten bevestigd, te weten 2/5 voor het gehuurde en ieder 1/5 voor de drie appartementen.
“de gedachten van [geïntimeerde] ”zou kunnen overbrengen. Nog dezelfde dag reageert [X] per e-mail aan [A] instemmend en schrijft:
“Dat is natuurlijk handig, een afspraak is altijd de beste manier om tot een deal te komen. (…)”. [A] en [X] hebben op maandag 8 oktober 2018 een bespreking gehad. [B] was daarbij aanwezig.
4.Beoordeling
duidelijk heeft (doen) laten blijken’en dat daaraan in ieder geval wordt voldaan zodra er daadwerkelijk wordt onderhandeld over een koopprijs. [geïntimeerde] daarentegen betoogt dat de bepaling een initiatief behelst bij verhuurder om het gehuurde te verkopen. De bepaling zal dan ook logischerwijs pas een rol kunnen gaan spelen wanneer [geïntimeerde] als verhuurder ondubbelzinnig aan Oud-Zuidhof als huurder bekend heeft gemaakt dat hij het gehuurde wil gaan verkopen, aldus [geïntimeerde] .
Je gaf aan dat je wat huiswerk ging doen en in overleg met Paul met een voorstel zou komen.Tussen partijen is niet in discussie dat [A] in het gesprek met [X] en [B] van 11 september 2018 een bedrag van
€ 1.500.000 heeft genoemd. Dit blijkt uit de verklaring van [B] van 29 november 2018 en uit de verklaring van [A] van 30 november 2018. Naar het oordeel van het hof is de context van dit gesprek echter niet zodanig geweest dat het noemen van het bedrag daarin valt te begrijpen als voornemen tot verkoop van [geïntimeerde] , omdat dit bedrag kennelijk ter indicatie van de waarde van het gehuurde bedrijfspand is genoemd en een reactie was op de herhaaldelijke verzoeken van Oud-Zuidhof om het gehuurde te kunnen kopen. Anders gezegd, aan het noemen van dat bedrag in het gesprek heeft Oud-Zuidhof niet het vertrouwen kunnen ontlenen van een voornemen tot verkoop aan de zijde van [geïntimeerde] . [A] heeft in zijn e-mail van 30 november 2018 (rov. 0) geschreven dat hij in een gesprek met [X] indicatief een bedrag heeft genoemd waar hij als beheerder/makelaar zelf dan aan dacht. Weliswaar heeft [B] in zijn schriftelijke verklaring (rov. 3.26) geschreven dat in het gesprek van 11 september 2018 een aanbod van 1.5 miljoen euro is gedaan, maar hierbij gaat hij uit van de veronderstelling dat ‘
vanaf begin 2018 door de heer [geïntimeerde] is aangegeven dat hij voornemens is het pand te verkopen’. Dit voornemen blijkt echter niet uit de hiervoor onder 3.4 tot en met 3.25 aangehaalde correspondentie of enig ander feit. De verklaring van [B] legt om die reden onvoldoende gewicht in de schaal, tegenover de verklaring van [A] , om tot de conclusie kunnen te komen dat [geïntimeerde] op 11 september 2018 duidelijk heeft doen blijken dat hij het gehuurde wenste te verkopen.