ECLI:NL:GHAMS:2021:143
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van de oproeping in hoger beroep wegens onjuiste betekening
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 11 januari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft de nietigheid van de oproeping in hoger beroep, die was ingesteld tegen het vonnis van 3 februari 2020 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 13-272183-19 en 13-273192-19. De verdachte, geboren in Roemenië, was ten tijde van de oproeping niet gedetineerd en niet ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP) in Nederland. Er was wel een adres in het buitenland bekend, maar de oproeping was niet op de juiste wijze betekend.
Het hof heeft vastgesteld dat de oproeping niet is verzonden naar het bekende adres van de verdachte in Roemenië, zoals vereist door artikel 36e, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering. Hierdoor was de oproeping niet rechtsgeldig betekend. De advocaat-generaal had verzocht om de oproeping nietig te verklaren, en het hof heeft dit verzoek ingewilligd. De verdachte of zijn gemachtigde was niet verschenen op de zitting, wat bijdroeg aan de beslissing om de oproeping nietig te verklaren.
De uitspraak benadrukt het belang van de juiste procedurele stappen bij de betekening van oproepingen in strafzaken, vooral wanneer de verdachte zich buiten Nederland bevindt. Het hof heeft de oproeping in hoger beroep dan ook nietig verklaard, wat betekent dat de zaak niet verder kan worden behandeld in hoger beroep.