ECLI:NL:GHAMS:2021:1429
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vervangende toestemming voor verhuizing met minderjarigen in het kader van gezamenlijk gezag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 4 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van de vervangende toestemming voor verhuizing van de vrouw met haar minderjarige kinderen naar [plaats C]. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, had eerder bij de rechtbank Noord-Holland een verzoek ingediend om met de kinderen te verhuizen, wat was afgewezen. De man, verweerder in hoger beroep, heeft de kinderen erkend en zij wonen bij de vrouw. Het hof heeft de feiten en het verloop van de procedure in eerste aanleg in overweging genomen, evenals de argumenten van beide partijen. De vrouw stelde dat de verhuizing in het belang van de kinderen en haarzelf was, omdat zij een nieuwe relatie heeft en betere mogelijkheden voor werk en school in [plaats C] zou hebben. De man betwistte dit en voerde aan dat de verhuizing zijn rol in het leven van de kinderen zou verminderen en dat de huidige zorgregeling in gevaar zou komen. De Raad voor de Kinderbescherming adviseerde om de bestreden beschikking te bekrachtigen, omdat een verhuizing voor de kinderen een ingrijpende gebeurtenis zou zijn. Het hof oordeelde dat de belangen van de man en de kinderen zwaarder wogen dan die van de vrouw, en dat de noodzaak voor de verhuizing onvoldoende was onderbouwd. Het hof bekrachtigde de beschikking van de rechtbank en wees het verzoek van de vrouw af.