ECLI:NL:GHAMS:2021:1428
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Zorgregeling onder regie van de GI met opbouw naar contact tussen moeder en kind
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 4 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over een zorgregeling tussen een moeder en haar minderjarige dochter. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, woont in Duitsland en heeft haar dochter, geboren in 2013, zonder instemming van de man ingeschreven in Nederland. De man, verweerder in hoger beroep, heeft de dochter erkend en heeft sinds de verbreking van de relatie in 2018 de zorg voor het kind. De rechtbank had eerder een zorgregeling vastgesteld, maar deze is stopgezet. De vrouw heeft in hoger beroep verzocht om een zorgregeling waarbij de dochter om de veertien dagen een weekend bij haar verblijft. De man heeft de bestreden beschikking van de rechtbank willen bekrachtigen, stellende dat de vrouw niet in het belang van het kind handelt.
Tijdens de zitting in hoger beroep is gebleken dat er consensus is over het belang van contact tussen de vrouw en de dochter, maar dat er belemmeringen zijn. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd om een zorgregeling vast te stellen onder begeleiding van de gecertificeerde instelling (GI). Het hof heeft geoordeeld dat de GI verantwoordelijk is voor het herstel van het contact en heeft een zorgregeling vastgesteld die opbouwt naar ten minste een dagdeel per twee weken contact tussen de vrouw en de dochter, te beginnen op 16 juli 2021. De vrouw is niet-ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep voor wat betreft de hoofdverblijfplaats van de dochter, maar de zorgregeling is vastgesteld om de GI handvatten te bieden in het contactherstel.