ECLI:NL:GHAMS:2021:1421
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Onderzoek naar bruidsgave en toepassing van artikel 54 en 57 WPS in Syrisch recht
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 4 mei 2021 een tussenuitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de bruidsgave onder Syrisch recht. De zaak betreft een verzoek van een vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. E. Cekic, en een man, vertegenwoordigd door advocaat mr. T. Esen. Het hof heeft eerder op 2 maart 2021 een tussenbeschikking gegeven waarin het voornemen werd geuit om het Internationaal Juridisch Instituut (IJI) als deskundige aan te stellen. Het hof heeft vragen geformuleerd over de inwerkingtreding van wetswijzigingen in artikel 54 lid 3 van de Wet op de Personen- en Familierecht (WPS) en de toepassing daarvan op huwelijken die voor de wijziging zijn gesloten. Daarnaast zijn er vragen gesteld over de uitleg van de term 'koopkracht' en de waarde van de bruidsgave in relatie tot de wisselkoers en de historische waarde. De partijen hebben aanvullende vragen ingediend, die door het hof zijn beoordeeld. Het hof heeft besloten het IJI te benoemen als deskundige om de geformuleerde vragen te beantwoorden en heeft de behandeling van de zaak aangehouden tot 1 augustus 2021, zodat het IJI de gelegenheid heeft om schriftelijk rapport uit te brengen. De kosten van het onderzoek komen voor rekening van de staat.