ECLI:NL:GHAMS:2021:1400
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Herstel van gezag over minderjarige kinderen in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 4 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van de moeder tot herstel van het gezag over haar twee kinderen, [kind 1] en [kind 2]. De moeder had eerder in hoger beroep beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, waarin haar gezag over de kinderen was beëindigd. De kinderen zijn sinds hun geboorte uit huis geplaatst en verblijven momenteel bij pleegouders en in een gezinshuis. De moeder heeft in de procedure aangevoerd dat zij haar opvoedvaardigheden heeft verbeterd en dat het in het belang van de kinderen zou zijn om weer onder haar gezag te komen. De gecertificeerde instelling (GI) en de Raad voor de Kinderbescherming hebben echter betoogd dat herstel van het gezag niet in het belang van de kinderen is, gezien hun kwetsbare situatie en de noodzaak voor een stabiele opvoeding. Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd, waarbij het belang van de kinderen voorop stond. De moeder's verzoek tot herstel van het gezag is afgewezen, en het hof heeft benadrukt dat de kinderen behoefte hebben aan een veilige en voorspelbare omgeving, wat momenteel niet bij de moeder kan worden geboden. De beslissing is genomen met inachtneming van de psychologische en emotionele behoeften van de kinderen, die al lange tijd uit huis zijn geplaatst en intensieve hulpverlening nodig hebben.