Uitspraak
3 hij op of omstreeks 10 augustus 2019 te Haarlem, in elk geval in Nederland, (een) goed te weten een ov-chipkaart (op naam van [naam]) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
4 hij op of omstreeks 10 augustus 2019 te Haarlem, in elk geval in Nederland, een wapen van categorie II, onder 6 van de Wet wapens en munitie, te weten een busje pepperspray (traangas), zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen met giftige, verstikkende, weerloosmakende, traanverwekkende en soortgelijke stoffen voorhanden heeft gehad.
1.subsidiairhij op of omstreeks 10 augustus 2019 te Haarlem tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader voorgenomen misdrijf om uit een woning gelegen aan de [adres 2], geld en/of goederen toebehorende aan [benadeelde] weg te nemen met het oogmerk om het/deze zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak, naar voornoemde woning is gegaan waarna hij, verdachte en zijn mededader de voordeur van die woning hebben ingetrapt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.hij op 10 augustus 2019 te Haarlem een ov-chipkaart op naam van [naam] voorhanden heeft gehad terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
4.hij op 10 augustus 2019 te Haarlem een wapen van categorie II onder 6 van de Wet wapens en munitie, te weten een busje pepperspray (traangas), zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen met giftige, verstikkende, weerloosmakende, traanverwekkende en soortgelijke stoffen voorhanden heeft gehad.
€ 5.307,71
rechtstreeksdoor de onder 1 subsidiair bewezenverklaarde poging tot inbraak is veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in zoverre niet in de vordering worden ontvangen; dat deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) dagen.
27 (zevenentwintig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
180 (honderdtachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
90 (negentig) dagen hechtenis.
€ 904,15 (negenhonderdvier euro en vijftien cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.