In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 6 mei 2021 een beschikking gegeven in het kader van een enquêteprocedure. De zaak betreft een verzoek tot verbetering van een eerdere beschikking van 3 mei 2021. In die eerdere beschikking was ten onrechte vermeld dat de besloten vennootschap EKI Productie B.V. niet in de procedure was verschenen. Mr. J. de Graaf, advocaat van EKI Productie, heeft de Ondernemingskamer verzocht deze fout te corrigeren. De Ondernemingskamer heeft de betrokken advocaten in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op dit verzoek. Zowel mr. Hermsen, advocaat van de verzoeksters, als mr. De Graaf hebben aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de aanpassing van het voorblad van de beschikking.
De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat de vermelding van het niet verschijnen van EKI Productie een kennelijke fout is, zoals bedoeld in artikel 31 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De Ondernemingskamer heeft besloten deze fout te verbeteren en de juiste vermelding op te nemen in de minuut van de beschikking van 3 mei 2021. De verbetering houdt in dat EKI Productie nu correct wordt aangeduid als de verweerder, vertegenwoordigd door mr. J. de Graaf. Deze beslissing is openbaar uitgesproken op 6 mei 2021 door de voorzitter en de raadsheren van de Ondernemingskamer, in aanwezigheid van de griffier.