Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 16 maart 2019 te Den Helder ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [benadeelde] opzettelijk van het leven te beroven, meermalen (met kracht) met een spanningzoeker, althans een scherp voorwerp, in de nek en/of hals en/of in de rug, althans in het lichaam, van die [benadeelde] heeft gestoken en/of geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 16 maart 2019 te Den Helder aan [benadeelde] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een geperforeerde long, althans een gaatje in zijn long, heeft toegebracht door meermalen met een spanningzoeker, althans een scherp voorwerp, in de nek en/of hals en/of in de rug, althans in het lichaam, van die [benadeelde] te steken en/of te slaan;
hij op of omstreeks 16 maart 2019 te Den Helder ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [benadeelde] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen meermalen (met kracht) met een spanningzoeker, althans een scherp voorwerp, in de nek en/of hals en/of in de rug, althans in het lichaam, van die [benadeelde] heeft gestoken en/of geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 16 maart 2019 te Den Helder [benadeelde] heeft mishandeld door meermalen (met kracht) in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of op/tegen het lichaam van die [benadeelde] te slaan en/of stompen.
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverwegingen
Bewezenverklaring
hij op 16 maart 2019 te Den Helder, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [benadeelde] opzettelijk van het leven te beroven, meermalen met kracht met een spanningzoeker in de hals en rug van [benadeelde] heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op 16 maart 2019 te Den Helder [benadeelde] heeft mishandeld door meermalen in het gezicht van [benadeelde] te stompen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Beslag
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden.
8 (acht) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
€ 3.735,00 (drieduizend zevenhonderdvijfendertig euro) bestaande uit € 235,00 (tweehonderdvijfendertig euro) materiële schade en € 3.500,00 (drieduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.