3.3In september 2011 heeft [X] een kredietovereenkomst gesloten met de Bank (hierna: de Kredietovereenkomst). Bij de Kredietovereenkomst heeft de Bank een faciliteit aan [X] verstrekt “ter financiering van de bedrijfsuitoefening” van [X] , bestaande uit een EURIBOR-lening en drie borgstellingskredieten. De totale omvang van de faciliteit was € 2,2 miljoen. Als zekerheid voor de faciliteit is onder meer een hypotheek op het bedrijfspand van [X] verstrekt. Verder is in de Kredietovereenkomst bepaald (hierna: de derivatenclausule):
- ABN AMRO is bereid om, tot wederopzegging, aan de Kredietnemer, hierna ook te noemen: “Cliënt”, de mogelijkheid te geven om derivatentransacties aan te gaan. Dit betekent niet dat ABN AMRO verplicht is om een transactie met de Cliënt aan te gaan. ABN AMRO heeft het recht om elke transactie afzonderlijk te beoordelen.
- De hiervoor genoemde zekerheden en/of verklaringen strekken tevens tot zekerheid voor de nakoming van de verplichtingen uit hoofde van derivatentransacties.
- De Algemene Bepalingen Derivatentransacties ABN AMRO Bank N.V. mei 2001 en de Voorwaarden Treasurydienstverlening ABN AMRO zijn, voor zover niet anders wordt overeengekomen, van toepassing op alle derivatentransacties tussen de Cliënt en ABN AMRO.
ABN AMRO voert derivatentransacties uit in overeenstemming met het Orderuitvoeringsbeleid Treasurydienstverlening ABN AMRO. De Cliënt bevestigt door ondertekening van deze Kredietovereenkomst hiervoor toestemming te verlenen.
Door ondertekening van deze Kredietovereenkomst verklaart de Cliënt een exemplaar van de brochure Informatie Treasurydienstverlening ABN AMRO te hebben ontvangen en daarmee volledig bekend te zijn. Deze brochure bevat naast de Algemene Bepalingen Derivatentransacties ABN AMRO Bank N.V. mei 2001 en de Voorwaarden Treasurydienstverlening ABN AMRO, ook het Informatieblad Treasurydienstverlening ABN AMRO met daarin een algemene beschrijving van de aard en risico’s van Over-The-Counter (OTC) derivatentransacties.
- In aanvulling op artikel 8 van de Algemene Bepalingen Derivatentransacties ABN AMRO Bank N.V. mei 2001 zal gelden dat ABN AMRO, zonder dat enige sommatie of ingebrekestelling vereist zal zijn, eveneens één of meerdere lopende transacties onmiddellijk en in zijn geheel of gedeeltelijk kan beëindigen en alles wat door de Cliënt uit hoofde daarvan, al dan niet opeisbaar of onder voorwaarde, is verschuldigd, onmiddellijk in zijn geheel tussentijds kan opeisen, indien en zodra:
(i) door deze transactie(s), naar het oordeel van ABN AMRO, geen (rente)risico meer wordt beheerst en deze transactie(s) aldus een speculatief karakter heeft (hebben) gekregen;
(ii) de kredietrelatie bij ABN AMRO geheel of gedeeltelijk wordt beëindigd.”