ECLI:NL:GHAMS:2021:1150

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
26 april 2021
Publicatiedatum
26 april 2021
Zaaknummer
23-002478-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis in hoger beroep met betrekking tot diefstal van een KTM Duke 125

Op 26 april 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 26 juni 2018, in de strafzaak met parketnummer 15-810099-16. De verdachte, geboren in 1996, was in hoger beroep gekomen tegen het vonnis van de rechtbank. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 13 april 2021 gehouden en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsman.

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor de tenlastegelegde feiten zal worden vrijgesproken, met uitzondering van een feit waarvoor een taakstraf van 40 uren of 20 dagen hechtenis werd geëist. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, waarbij het hof heeft overwogen dat de verklaringen van getuigen in onderlinge samenhang niet voldoende overtuigend waren om de verdachte te veroordelen voor de diefstal van de KTM Duke 125. Het hof heeft ook opgemerkt dat het alternatieve scenario dat door de verdediging werd gepresenteerd niet als onaannemelijk kan worden terzijde geschoven.

De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, waarin drie rechters zitting hadden. Het hof heeft geconcludeerd dat het onderzoek in hoger beroep niet tot andere inzichten heeft geleid dan de rechtbank, en heeft het vonnis van de rechtbank derhalve bevestigd. Dit arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 26 april 2021, waarbij twee van de rechters buiten staat waren om het arrest te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002478-18
datum uitspraak: 26 april 2021
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 26 juni 2018 in de strafzaak onder parketnummer 15-810099-16 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboortedatum] op [geboortedag] 1996,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 13 april 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Vordering advocaat-generaal

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1 primair, 1 subsidiair, 2 primair en 2 subsidiair tenlastegelegde zal worden vrijgesproken en dat de verdachte voor het onder 3 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 40 uren subsidiair 20 dagen hechtenis.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen na acht te hebben geslagen op een ter terechtzitting in hoger beroep afgelegde verklaring van getuige [getuige] en op de Justitiële Documentatie van de verdachte van 31 maart 2021.
Het onderzoek in hoger beroep heeft het hof niet tot andere inzichten gebracht dan de rechtbank, met dien verstande dat het hof ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde aanvullend overweegt dat
1) de voor de tenlastelegging relevante verklaringen van getuigen in onderlinge samenhang ook het hof niet de overtuiging hebben gegeven dat het gestelde handelen van de verdachte de gestolen KTM Duke 125 betrof en dat, 2) het hof de overweging dat het naar voren gebrachte alternatieve scenario niet is uit te sluiten aldus leest dat dat scenario niet als onaannemelijk terzijde kan worden geschoven.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.J.A. Duker, mr. M.F.J.M. de Werd, en mr. M.A.H. van Dalen-van Bekkum, in tegenwoordigheid van mr. S. Bor, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 26 april 2021.
Mrs. M.J.A. Duker en M.A.H. van Dalen-van Bekkum zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen.