Uitspraak
mr. A.A. Leroux, kantoorhoudende te Eindhoven,
mr. H.J.M. Smelt, kantoorhoudende te Eindhoven,
mr. H.J.M. Smelt, kantoorhoudende te Eindhoven.
1.Het verloop van het geding
2.De gronden van de beslissing
om alle c.q. zoveel als mogelijk informatie uit de administratie te delen (…) althans deze integraal bij het onderzoeksverslag te voegen zodat cliënte[MBH, toevoeging OK]
zich hierover kan uitlaten”bestaat – in dit stadium van het onderzoek en gezien de algemene strekking van het verzoek thans geen goede grond, omdat MBH in een later stadium van het onderzoek, bijvoorbeeld in het kader van hoor en wederhoor, zo nodig de onderzoeker gemotiveerd – aan de hand van het conceptonderzoeksverslag – kan verzoeken bepaalde stukken als bijlage bij het te deponeren onderzoeksverslag te voegen, indien daartoe bijzondere redenen bestaan en/of indien de onderzoeker wezenlijke bevindingen heeft ontleend aan (bepaalde passages uit) bepaalde stukken. Ook dan staat voor MBH zo nodig de gang naar de raadsheer-commissaris op de voet van artikel 2:350 lid 4 (https://www.navigator.nl/document/openCitation/id909d9174010088634e4eeaeadf8fb658) BW open.