ECLI:NL:GHAMS:2021:1099

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 april 2021
Publicatiedatum
19 april 2021
Zaaknummer
23-002575-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van het vonnis in hoger beroep met betrekking tot betrouwbaarheid van herkenningen op basis van bewegende beelden

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 6 april 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 17 april 2019 was gewezen. De verdachte, geboren in Algerije in 1975 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, maar met de aanvulling dat de gronden worden uitgebreid en dat de bewijsmiddelen verder worden uitgewerkt indien er cassatie wordt ingesteld.

Tijdens de zitting in hoger beroep op 23 maart 2021 heeft de raadsman van de verdachte gepleit voor integrale vrijspraak. Hij voerde aan dat de herkenningen door de verbalisanten onvoldoende betrouwbaar waren en dat er, bij gebrek aan ander bewijs, niet tot een bewezenverklaring kon worden gekomen. Het hof heeft echter de overwegingen van de politierechter overgenomen en voegde hieraan toe dat herkenningen van bekenden doorgaans de hoogste graad van betrouwbaarheid hebben. De verbalisant had de herkenningen gebaseerd op bewegende beelden en op eerdere ontmoetingen met de verdachte, wat de betrouwbaarheid van de herkenningen versterkt.

Het hof heeft het verweer van de raadsman verworpen en bevestigd dat de herkenningen voldoende betrouwbaar zijn. De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, waarin drie rechters zitting hadden, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 6 april 2021. De uitspraak benadrukt het belang van de context en de achtergrond van de herkenningen in strafzaken.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002575-19
datum uitspraak: 6 april 2021
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 17 april 2019 in de strafzaak onder parketnummer 13081743-19 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Algerije) op [geboortedag] 1975,
zonder bekende woon- of verblijfplaats.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 23 maart 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot bevestiging van het vonnis waarvan beroep, en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat het hof de gronden aanvult en de gebezigde bewijsmiddelen alsnog zal uitwerken indien cassatie wordt ingesteld.

Aanvullende bewijsoverweging

De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep integrale vrijspraak bepleit. Hij heeft daartoe – kort weergegeven – aangevoerd dat de herkenningen van de verbalisanten onvoldoende betrouwbaar zijn en dat bij gebrek aan ander bewijs, op basis van dit dossier, niet tot een bewezenverklaring gekomen kan worden.
Het hof kan zich vinden in wat de politierechter heeft overwogen, neemt dit over en voegt daar het volgende aan toe.
In de regel behalen herkenningen van bekenden de hoogste graad van betrouwbaarheid onder de herkenningen. Immers, wie een ander goed kent, heeft maar weinig nodig om hem of haar te
herkennen. Dat betekent tegelijk dat de betrouwbaarheid van de herkenning voor een belangrijk deel is gelegen in de persoon die herkent. In deze zin is redengevend dat de verbalisant heeft aangegeven de herkenningen te hebben gebaseerd op bewegende beelden en dat hij de verdachte van meerdere eerdere ontmoetingen (aanhoudingen en observaties) kent. Het hof acht derhalve, met de politierechter, de herkenningen van de verbalisant voldoende betrouwbaar. Het verweer van de raadsman wordt dan ook verworpen.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P.C. Römer, mr. M. Jurgens en mr. R.D. van Heffen, in tegenwoordigheid van mr. A. Ivanov, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 6 april 2021.
mr. M. Jurgens is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]