Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[geïntimeerde sub 1] ,
[geïntimeerde sub 2],
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een incident tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland, dat op 26 november 2020 is gewezen. De appellant, vertegenwoordigd door mr. Y.H.M. van Mierlo, heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis, waarin hem werd bevolen om bepaalde uitlatingen van zijn website te verwijderen en een dwangsom werd opgelegd voor het geval hij hier niet aan zou voldoen. De geïntimeerden, waaronder Constructora ICASA Malaga S.L.U., vertegenwoordigd door mr. L.H. Haarsma, hebben de vordering van de appellant bestreden en verzocht om de dwangsommen te laten executeren.
De appellant heeft aangevoerd dat hij niet in staat is om aan de veroordelingen te voldoen, omdat hij niet de beheerder van de website is en dat hij onmiddellijk heeft geprobeerd te voldoen aan het vonnis voor zover mogelijk. Hij heeft ook gesteld dat er een restitutierisico bestaat, omdat de geïntimeerden mogelijk in financiële problemen verkeren. Het hof heeft de argumenten van de appellant in overweging genomen en geconcludeerd dat zijn belang bij het behoud van de bestaande toestand zwaarder weegt dan het belang van de geïntimeerden bij de tenuitvoerlegging van het vonnis. Het hof heeft daarom de incidentele vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging toegewezen.
De beslissing over de proceskosten van het incident is aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaak, die is verwezen naar de rol voor memorie van antwoord. Het arrest is uitgesproken op 13 april 2021 door de meervoudige burgerlijke kamer van het Gerechtshof Amsterdam.