Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
‘Het geld staat keurig geparkeerd op die renterekening in Brazilië en in overleg met jou hebben we vorig jaar september het geld voor 6 jaar vastgezet, teneinde die 6% te kunnen behouden (de rente ging ineens omlaag voor kortlopende termijnen nl.).’
‘Ik heb in opdracht en op verzoek van jou, geld vastgezet en het enige wat er te weten valt, is dat ik 400.000 euro tegen de toen geldende koerswaarde naar Brazilië heb getransfereerd en in overleg met jou heb vastgezet voor 6 jaar tegen 6% rente.’Partijen hebben hun afspraken niet schriftelijk vastgelegd.
‘keurig geparkeerd [stond] op die renterekening in Brazilië’en was vastgezet voor de duur van zes jaar
‘teneinde de 6% te kunnen behouden.’Ten slotte staat vast dat [appellant] [geïntimeerde] niet tevoren heeft ingelicht dat het door haar ter beschikking gestelde bedrag van de hiervoor bedoelde bankrekening zou worden opgenomen en niet langer op een spaarrekening bij een bank in Brazilië zou worden ondergebracht.
‘in opdracht en op verzoek van jou, geld [had] vastgezet.’Aan de totstandkoming van de bedoelde overeenkomst doet niet af dat [appellant] niet beroepshalve of bedrijfsmatig is opgetreden en evenmin dat hij volgens zijn stellingen belangeloos een vriendendienst heeft willen verlenen, zonder een resultaatsverplichting op zich te hebben willen nemen. Een en ander laat onverlet dat partijen enkel hebben gesproken over de mogelijkheid om het geld van [geïntimeerde] op een spaarrekening bij een bank in Brazilië te zetten, dat zij hierop met elkaar in zee zijn gegaan en dat [appellant] aan [geïntimeerde] heeft verklaard dat hij het betrokken bedrag overeenkomstig die mogelijkheid had
‘geparkeerd’, hetgeen hij aanvankelijk ook heeft gedaan, zodat ervan moet worden uitgegaan, en [geïntimeerde] in ieder geval redelijkerwijs mocht aannemen, dat [appellant] zich daartoe had verbonden.