Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Bespreking van een in hoger beroep gevoerd bewijsverweer
het hof begrijpt: de verdachte) in haar woning aanwezig was en dat zij door hem in haar rug is gestoken. Het hof is van dan ook van oordeel dat de lezing van [slachtoffer 1] over hoe zij steekletsel in de rug heeft bekomen op hoofdlijnen en op essentiële onderdelen consistent is. Gelet hierop en bij gebrek aan solide aanknopingspunten voor de stelling dat [slachtoffer 1] in dat opzicht niet overeenkomstig de waarheid heeft verklaard, ziet het hof geen aanleiding haar verklaringen onbetrouwbaar of ongeloofwaardig te achten. Voor zover haar verklaringen inconsistenties bevatten, zien die op voor de strafzaak irrelevante punten of zijn die van ondergeschikte aard.
lemmet. Het hof houdt het er evenwel voor dat zij een zwart
heftheeft bedoeld, nu deze twee termen in het dagelijks spraakgebruik niet zelden plegen te worden verhaspeld.
Poolse man, haar met een
zwaardheeft gestoken, leidt het hof evenmin tot een ander oordeel. [getuige 1] heeft niet zelf gezien dat [slachtoffer 1] werd gestoken. Aannemelijk is dat [getuige 1] één en ander abusievelijk onjuist heeft opgevat en/of zelf heeft ingevuld, nu de personen van wie zij deze informatie zegt te hebben gekregen, zijnde [slachtoffer 1] en de getuige [getuige 2] , geen verklaring met een dergelijke strekking hebben afgelegd.
Bewezenverklaring
Bewijsmiddelen
1. Een proces-verbaal van bevindingen van 21 januari 2017, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [opsporingsambtenaar 1] en [opsporingsambtenaar 2] (doorgenummerde dossierpagina’s 10 en 11).
als mededelingen van de verbalisanten (of één van hen):
mededelingen van de verbalisanten (of één van hen):
"Politie! Is hier iemand?". Wij wisten niet of er nog een slachtoffer was, omdat het spoor in de richting van dit perceel liep en omdat er niemand reageerde op ons aanroepen. Wij hebben samen met collega's [verbalisant 3] en [verbalisant 4] de woning betreden. Vanaf de entree van perceel [adres 2] volgt de woonkamer, met aan de rechterkant van de woonkamer een deur naar een slaapkamer. Wij zijn met collega’s [verbalisant 3] en [verbalisant 4] naar de slaapkamer gelopen. Wij zagen een bed met daarop een man, die geheel naakt op het bed lag. Wij herkenden hem ambtshalve als [verdachte 1] [
het hof leest: [verdachte 1]] [verdachte 1] , geboren op [geboortedatum 1] 1964 te Bergen (N-H). Wij hoorden dat [verdachte 1] sprak met dubbele tong en zagen dat [verdachte 1] onvast ter been was. Wij roken dat [verdachte 1] een walm om zich heen had die rook naar het inwendig gebruik van alcohol. Hierop hebben wij [verdachte 1] aangehouden.
verklaring van [slachtoffer 1]:
het hof begrijpt hier en verder: de verdachte] tegengekomen. [verdachte 1] was dakloos en ik wilde hem niet op straat laten staan. [verdachte 1] en ik woonden samen. Gisteravond [
het hof begrijpt: op 20 januari 2017] hebben wij een mondelinge aanvaring gekregen. We waren met z'n tweeën thuis. Ik ben in mijn rolstoel gaan zitten. [verdachte 1] werd agressief en heeft een mes gepakt. Ik hoorde [verdachte 1] zeggen: “Je moet ophouden, je moet ophouden, je moet ophouden”. Dat bleef hij vaak zeggen. Ineens voelde ik in mijn rug dat er iets gebeurde. Toen trok [verdachte 1] het mes eruit. Het bloed spoot uit mijn rug. Ik heb gezien dat [verdachte 1] terug naar de keuken liep en een mes in zijn hand had. Het was mijn keukenmes, een vleesmes. Het mes was puntig. Het was een vrij groot mes, zo'n 20 centimeter. Het lemmet [
het hof leest: het heft] van het mes is van kunststof en zwart van kleur. Ik ben snel naar buiten gegaan naar de buren om hulp te vragen.
Voornamen: [slachtoffer 1]
Geboren: [geboortedatum 2] 1978
het hof begrijpt: slagaderlijke bloeding] waarvoor embolisatie.
6. Een proces-verbaal van verhoor van de verdachte van 8 maart 2017, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [opsporingsambtenaar 4] en [opsporingsambtenaar 5] (doorgenummerde dossierpagina’s 58 tot en met 61).
verklaring van de verdachte(A):
het hof begrijpt: 20 januari 2017] heb ik de deur op slot gedraaid, zodat er van buiten niemand meer naar binnen kon komen. Het slot werkte uitstekend. Ik heb bij [slachtoffer 1] thuis geen andere mensen gezien of gehoord.
7. De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 11
december 2019, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
mededelingen van de verbalisanten (of één van hen):
9. Een deskundigenverslag, te weten een rapport van het NFI van 21 augustus 2017, opgemaakt door NFI-deskundige forensisch onderzoek naar biologische sporen en DNA ing. [naam 1] (los in het dossier opgenomen).
het hof begrijpt: [slachtoffer 1]] is geen referentiemonster voor een vergelijkend DNA-onderzoek ontvangen.
10. De eigen waarneming van het hof op de terechtzitting in hoger beroep van 11 december 2019, die het volgende behelst:
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en maatregel
- ii) De hiervoor omschreven ziekelijke stoornissen en gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens bestonden ook ten tijde van het ten laste gelegde. Aannemelijk is dat de verdachte vanwege zijn persoonlijkheidsstoornis (met name zijn verhoogde prikkelbaarheid en krenkbaarheid) niet goed in staat is geweest de door de aangeefster opgeroepen gevoelens van boosheid te beheersen, maar deze op impulsief-agressieve wijze heeft uitgeageerd. Verder was hij op dat moment onder invloed van alcohol, hetgeen zijn frustratietolerantie en impulscontrole (verder) heeft doen afnemen. Daarbij is enerzijds aangetekend dat de verdachte bekend is met de ontremmende werking van alcohol, maar dat de afhankelijkheid van alcohol anderzijds pathologisch is (geworden). Aangenomen kan worden dat het verband tussen het ten laste gelegde en deze stoornissen zodanig was dat zijn gedragskeuzemogelijkheden daardoor in aanzienlijke mate werden beperkt. Op basis van het voorgaande wordt geadviseerd het ten laste gelegde in (sterk) verminderde mate aan de verdachte toe te rekenen.
- iii) De kans dat de verdachte, die in zeer beperkte mate ziektebesef heeft en bij wie het ziekte-inzicht volledig ontbreekt, zonder verder behandeld te worden opnieuw een geweldsdelict begaat, wordt als hoog ingeschat. Bij continuering van de reeds ingezette behandeling wordt dit risico als matig tot hoog ingeschat. De combinatie van de psychiatrische stoornis, de stoornis in het gebruik van alcohol en de cognitieve problemen zal, indien de behandeling nu zou worden gestaakt, zeer waarschijnlijk tot (grote) problemen leiden; hij leidt een ongestructureerd leven en zijn voornemen om zijn alcoholgebruik te staken zal zonder intensieve begeleiding en toezicht snel onder druk komen te staan. Hij is niet intrinsiek gemotiveerd om medicatie te (blijven) nemen.
- iv) Om het recidivegevaar, dat de verdachte in zich bergt, terug te dringen dient hij een intramurale klinische behandeling te ondergaan en aansluitend te verblijven in een instelling voor (forensisch) beschermd wonen met woonbegeleiding, zich onder (forensische) ambulante behandeling/begeleiding te stellen en onder toezicht van de reclassering te komen. Gelet op het hoge recidiverisico en het gebrek aan inzicht en motivatie van de verdachte is het de verwachting dat begeleiding, behandeling en toezicht nog vele jaren nodig zal blijven. Dit kan worden gerealiseerd binnen het kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Vorderingen tot tenuitvoerlegging
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
10 (tien) maanden.
ter beschikking wordt gesteld, onder de
voorwaardendat hij:
- zich meldt bij de reclassering, zolang en zo frequent als zijn toezichthouders dit noodzakelijk achten;
- zich houdt aan de voorschriften en aanwijzingen die hem door of namens zijn toezichthouders worden gegeven
- de reclassering een actuele foto, waarop zijn gezicht herkenbaar in beeld is gebracht, verstrekt of meewerkt aan de vervaardiging daarvan;
- meewerkt aan huisbezoeken door zijn toezichthouders;
- zijn toezichthouders inzicht geeft in de voortgang van de begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
- zich niet vestigt op een ander adres zonder voorafgaande toestemming van zijn toezichthouders;
- zijn medewerking verleent aan het uitwisselen van informatie met andere personen en instanties die contact met hem hebben;
dadelijk uitvoerbaaris.
- een vest en een jurk (goednummer: 709558);
- een dekbed (goednummer: 710391).