ECLI:NL:GHAMS:2020:814
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beëindiging ouderlijk gezag en voogdij over minderjarige in het belang van de ontwikkeling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 10 maart 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de beëindiging van het ouderlijk gezag van de moeder over haar minderjarige kind, [de minderjarige]. De moeder, die in hoger beroep ging tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Noord-Holland, heeft betoogd dat zij in staat is om de zorg voor [de minderjarige] op zich te nemen. Het hof heeft echter geoordeeld dat de moeder niet in staat is om de dagelijkse verzorging en opvoeding van [de minderjarige] te waarborgen binnen een aanvaardbare termijn. De moeder heeft sinds september 2019 geen contact meer gehad met [de minderjarige] en is moeilijk bereikbaar voor de gezinsvoogdijinstantie (GI). De GI heeft aangegeven dat de moeder zich zorg mijdend opstelt en dat er zorgen zijn over haar situatie, waaronder huiselijk geweld, alcohol- en drugsgebruik en financiële problemen. Het hof heeft vastgesteld dat [de minderjarige] specifieke opvoedbehoeften heeft en dat zijn perspectief bij de pleegouders ligt. De moeder blijft recht houden op informatie over de ontwikkeling van [de minderjarige] en op contact met hem, maar het hof heeft de beslissing van de rechtbank om het ouderlijk gezag te beëindigen bekrachtigd.