ECLI:NL:GHAMS:2020:81

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
15 januari 2020
Publicatiedatum
17 januari 2020
Zaaknummer
200.237.414/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van een enquêteprocedure en getroffen onmiddellijke voorzieningen in een ondernemingsrechtelijke zaak

In deze zaak, behandeld door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, is op 15 januari 2020 een beschikking gegeven inzake de beëindiging van een enquêteprocedure en de getroffen onmiddellijke voorzieningen. De zaak betreft verzoekers [A] en [B], die een verzoek hebben ingediend om de aanhangige procedure te beëindigen in verband met een minnelijke regeling die tussen partijen is getroffen. De verweerster in deze zaak is de besloten vennootschap [C].

De Ondernemingskamer had eerder, op 2 juli 2018, een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van [C] over de periode vanaf 1 januari 2016. Dit onderzoek werd uitgevoerd door mr. T.S. Jansen, en de kosten waren vastgesteld op maximaal € 30.000. Daarnaast waren er onmiddellijke voorzieningen getroffen, waaronder de benoeming van F.J.J. Demeijer als zelfstandig vertegenwoordigingsbevoegd bestuurder en mr. dr. C.R. Huiskes als beheerder van aandelen.

Op 10 januari 2020 hebben de verzoekers, vertegenwoordigd door mr. J.L. van Maanen, de Ondernemingskamer verzocht om de procedure te beëindigen. Dit verzoek werd ondersteund door de belanghebbenden [D] en [E], evenals door de benoemde functionarissen. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat er geen bezwaren zijn tegen het verzoek en dat er geen belangen zijn die zich tegen de toewijzing van het verzoek verzetten.

Daarom heeft de Ondernemingskamer besloten om het bevolen onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorzieningen te beëindigen, met ingang van de datum van de beschikking. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is gegeven door de voorzitter en de raadsheren van de Ondernemingskamer, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.237.414/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 15 januari 2020
inzake

1.[A] ,

wonende te [....] ,
2.
[B],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. K. Ruttenen
mr. J.L. van Maanen, beiden kantoorhoudende te Utrecht,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[C],
gevestigd te [....] ,
VERWEERSTER,
advocaat:
mr. M.P.M. Fruytier, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n

1.[D] ,

wonende te [....] ,
2.
[E]
te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaat:
mr. L.M. Graal, kantoorhoudende te Amsterdam.

1.Het verloop van het geding

1.1
In het vervolg zullen partijen (ook) als volgt worden aangeduid:
  • verzoekers met [A] en [B] ;
  • verweerster met [C] ;
  • belanghebbenden met [D] respectievelijk met [E] .
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen in deze zaak van 2 juli 2018, 4 juni 2019 en 24 juni 2019.
1.3
Bij die beschikkingen heeft zij – voor zover van belang voor het onderhavige verzoek – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van [C] over de periode vanaf 1 januari 2016, mr. T.S. Jansen (hierna: Jansen) benoemd teneinde het onderzoek te verrichten, het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vastgesteld op € 30.000 (de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen) en bepaald dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van [C] . Voorts heeft zij, bij wijze van onmiddellijke voorzieningen vooralsnog voor de duur van het geding, F.J.J. Demeijer (hierna: Demeijer) benoemd tot zelfstandig vertegenwoordigingsbevoegd bestuurder met beslissende stem, zonder wie [C] niet vertegenwoordigd kan worden, en mr. dr. C.R. Huiskes (hierna: Huiskes) benoemd tot beheerder van aandelen aan wie alle aandelen in Gerikink Beheer met uitzondering van steeds één aandeel van ieder van de aandeelhouders (waarbij [E] , zijnde [E] , als één aandeelhouder worden gezien) ten titel van beheer zijn overgedragen.
1.4
Bij e-mail/brief van 10 januari 2020 heeft mr. Van Maanen namens [A] en [B] de Ondernemingskamer verzocht om de aanhangige procedure en de getroffen onmiddellijke voorzieningen te beëindigen op 15 januari 2020 in verband met een tussen partijen getroffen minnelijke regeling.
1.5
Bij e-mail aan de Ondernemingskamer van 13 januari 2020 heeft mr. Graal namens [D] , [E] laten weten in te stemmen met het verzoek van mr. Van Maanen.
1.6
Bij e-mailberichten van eveneens 13 januari 2020 hebben ook Demeijer en Huiskes de Ondernemingskamer laten weten in te stemmen met het verzoek van mr. Van Maanen. Daarbij hebben zij te kennen gegeven dat het honorarium van de door de Ondernemingskamer benoemde functionarissen is voldaan.
1.7
Jansen heeft bij e-mail aan de Ondernemingskamer van 14 januari 2020 bevestigd dat zijn honorarium is voldaan en ingestemd met de beëindiging van de enquête in navolging van de door partijen getroffen minnelijke regeling.

2.De gronden van de beslissing

2.1
Nu partijen een regeling hebben getroffen, er geen bezwaren zijn ontvangen tegen het verzoek tot – zo verstaat de Ondernemingskamer – beëindiging van het bevolen onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorzieningen en de Ondernemingskamer voorts niet is gebleken van enig belang dat zich tegen de toewijzing van het verzoek verzet, zal de Ondernemingskamer het verzoek inwilligen aldus dat zij het bij beschikking van 2 juli 2018 bevolen onderzoek en de bij die beschikking getroffen onmiddellijke voorzieningen zal beëindigen, een en ander met ingang van heden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
beëindigt met ingang van heden het bij haar beschikking van 2 juli 2018 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van [C] , gevestigd te [....] alsmede de bij die beschikking getroffen onmiddellijke voorzieningen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.J. Wolfs, voorzitter, mr. G.C. Makkink en mr. A.W.H. Vink, raadsheren, en drs. M.A. Scheltema en mr. drs. G. Boon, raden, in tegenwoordigheid van mr. S.M. Govers, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 15 januari 20120