ECLI:NL:GHAMS:2020:807
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verlenging machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarige in het kader van ondertoezichtstelling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 10 maart 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft tegen de beschikking van de kinderrechter van 28 augustus 2019 geappelleerd, waarin de uithuisplaatsing van [de minderjarige] werd verlengd. De moeder heeft in hoger beroep aangevoerd dat de gronden voor de uithuisplaatsing niet meer aanwezig zijn, nu het beter gaat met zowel haar als [de minderjarige]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Regio Amsterdam, hierna te noemen de GI, heeft echter verweer gevoerd en gesteld dat de uithuisplaatsing noodzakelijk blijft voor de ontwikkeling van [de minderjarige].
Het hof heeft vastgesteld dat [de minderjarige] sinds zijn uithuisplaatsing bij zijn zus aanzienlijk is verbeterd. Hij gaat volledig naar school, heeft zijn achterstanden ingelopen en heeft sociale contacten ontwikkeld. De moeder heeft echter psychische problemen, waaronder vermoedens van een schizotypische persoonlijkheid, die een negatieve invloed hebben op haar opvoedkundige kwaliteiten. De GI heeft geadviseerd om de uithuisplaatsing te handhaven, gezien de zorgen over de thuissituatie van de moeder en de ontwikkeling van [de minderjarige].
Het hof heeft geconcludeerd dat de kinderrechter terecht de machtiging tot uithuisplaatsing heeft verlengd, omdat de zorgen over [de minderjarige] en de thuissituatie van de moeder nog steeds aanwezig zijn. De bestreden beschikking is dan ook bekrachtigd.