Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 10 maart 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft de beschikking van de kinderrechter van 29 augustus 2019 aangevochten, waarin de minderjarige onder toezicht was gesteld en met spoed uit huis geplaatst. De moeder en de vader oefenen gezamenlijk het gezag uit over [de minderjarige], die in 2017 is geboren. De uithuisplaatsing vond plaats na zorgen over de opvoedsituatie, waaronder alcoholgebruik en huiselijk geweld. De GI, verweerster in hoger beroep, heeft de verlenging van de uithuisplaatsing verzocht, omdat er nog steeds zorgen zijn over de veiligheid van [de minderjarige].
Tijdens de mondelinge behandeling op 11 december 2019 zijn verschillende partijen verschenen, waaronder de moeder, de GI en de Raad voor de Kinderbescherming. De moeder heeft betoogd dat de uithuisplaatsing onterecht is en dat zij en de vader voldoende inspanningen hebben geleverd om de situatie te verbeteren. De GI heeft echter gesteld dat de ouders onvoldoende meewerken aan de geboden hulpverlening en dat er nog steeds ernstige zorgen zijn over de opvoedsituatie van [de minderjarige].
Het hof heeft in zijn overwegingen de zorgen van de GI en de Raad voor de Kinderbescherming meegewogen en geconcludeerd dat de gronden voor de uithuisplaatsing nog steeds aanwezig zijn. De moeder heeft weliswaar stappen ondernomen om de situatie te verbeteren, maar het hof oordeelt dat deze verbeteringen onvoldoende waarborgen bieden voor de veiligheid van [de minderjarige]. De beschikking van de kinderrechter is dan ook bekrachtigd, waarbij het hof heeft benadrukt dat de inbreuk op het recht op eerbiediging van het familie- en gezinsleven gerechtvaardigd is in het belang van de ontwikkeling van [de minderjarige].