ECLI:NL:GHAMS:2020:805
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- A.V.T. de Bie
- M.T. Hoogland
- W.K. van Duren
- Rechtspraak.nl
Beëindiging bewind over goederen van rechthebbende na hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 10 maart 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de beëindiging van het bewind over de goederen van de rechthebbende. De rechthebbende, geboren in 1958 in Suriname, had in 2012 bewind aangevraagd omdat zij niet in staat was haar vermogensrechtelijke belangen te behartigen. De bewindvoerder, Obin B.V., was benoemd om het bewind uit te voeren. De rechthebbende heeft op 26 augustus 2019 hoger beroep ingesteld tegen een eerdere beschikking van de kantonrechter die haar verzoek tot opheffing van het bewind had afgewezen. Tijdens de mondelinge behandeling op 17 februari 2020 was de rechthebbende aanwezig, bijgestaan door haar advocaat, terwijl de bewindvoerder en andere belanghebbenden niet verschenen.
Het hof heeft vastgesteld dat de rechthebbende sinds juni of juli 2019 geen contact heeft gehad met de bewindvoerder en dat zij inmiddels schuldenvrij is. De rechthebbende heeft verklaard dat zij altijd heeft gewerkt en in staat is haar financiën zelf te regelen. Het hof oordeelde dat de noodzaak voor het bewind niet langer aanwezig is en heeft het verzoek van de rechthebbende om het bewind op te heffen toegewezen. De beschikking van de kantonrechter is vernietigd en het bewind is per 1 april 2020 opgeheven. De bewindvoerder is verplicht om binnen twee maanden na het einde van het bewind een eindrekening en -verantwoording af te leggen aan de rechthebbende.