ECLI:NL:GHAMS:2020:801

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 januari 2020
Publicatiedatum
16 maart 2020
Zaaknummer
23-000642-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van de oproeping in hoger beroep wegens gebrekkige betekening aan de verdachte

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 6 januari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 5 februari 2018. De zaak betreft een verdachte die niet is verschenen op de terechtzitting in hoger beroep. De oproeping voor deze zitting was niet op de juiste wijze betekend aan de verdachte, aangezien deze niet was betekend op het adres dat op zijn ID-staat stond vermeld. Het hof heeft vastgesteld dat de oproeping niet op het bij de wet voorgeschreven adres is betekend, wat heeft geleid tot de conclusie dat de oproeping nietig verklaard moet worden. De advocaat-generaal en de raadsman hebben beiden de geldigheid van de oproeping betwist, wat het hof heeft meegenomen in zijn overwegingen. De beslissing van het hof is dat de oproeping in hoger beroep nietig wordt verklaard, omdat de verdachte niet op de juiste wijze is opgeroepen om te verschijnen. Dit arrest is uitgesproken in een openbare terechtzitting en is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000642-18
datum uitspraak: 6 januari 2020
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 5 februari 2018 in de strafzaak onder de parketnummers 15-871485-17 en 23-001402-15 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1980,
verblijfsadres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
6 januari 2020.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Geldigheid van de oproeping in hoger beroep

De verdachte is niet ter terechtzitting in hoger beroep van 6 januari 2020 verschenen. Uit de door de advocaat-generaal overgelegde betekeningsstukken blijkt
nietdat de oproeping ook is betekend aan het adres van de verdachte op zijn ID-staat van 18 oktober 2017 (pagina 23 van het dossier), te weten:
[adres]. De verdachte heeft dit adres tevens als verblijfplaats opgegeven in het verhoor inbewaringstelling. Nu niet is gebleken dat ook aan dat van de verdachte bekende adres is betekend, is het hof – met de raadsman en de advocaat-generaal – van oordeel dat de oproeping om in hoger beroep op de terechtzitting te verschijnen niet op de bij de wet voorgeschreven wijze aan de verdachte is betekend. De oproeping dient op grond daarvan, nu de verdachte niet ter terechtzitting is verschenen, nietig te worden verklaard.

Beslissing

Het hof:
Verklaart de oproeping in hoger beroep nietig.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P.F.E. Geerlings, mr. H.A. van Eijk en mr. K.J. Veenstra, in tegenwoordigheid van
mr. D. Boessenkool, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
6 januari 2020.