Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
To whom it may concern.
‘Kopie volmacht ex-partner d.d. 6 juli 2017’en ‘
Voor akkoord koper’, gevolgd door de handtekening van [geïntimeerde] . Daarnaast heeft [geïntimeerde] op 8 juli 2017 een ontvangstbevestiging getekend.
3.Beoordeling
doorgenomen’zonder concreet toe te lichten wat dit ‘doornemen’ inhield. Het had op de weg van [appellante] gelegen haar stelling dat [geïntimeerde] op 8 juli 2017 wel op de hoogte was van de aanpassing in de definitieve koopakte ten opzichte van de concept overeenkomst van 6 juli 2017 concreet te maken. Hierdoor is niet vast komen te staan dat op 8 juli 2017 aan het schriftelijkheidsvereiste dat geldt voor de uiteindelijk tussen partijen tot stand gekomen koopovereenkomst (waarbij zowel [appellante] als [X] verkoper is) is voldaan. Tussen partijen staat vast dat [geïntimeerde] op 14 juli 2017 de door [X] ondertekende definitieve koopakte heeft ontvangen. Dit brengt met zich dat de ontbindingsverklaring van [geïntimeerde] op 17 juli 2017 tijdig, namelijk binnen de wettelijke bedenktermijn van artikel 7:2 lid 2 BW, is gedaan en dat de boeteclausule niet door [appellante] tegen [geïntimeerde] kan worden ingeroepen.