ECLI:NL:GHAMS:2020:74
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verdeling van ontbonden huwelijksgoederengemeenschap en gebruiksvergoeding in echtscheidingszaak
In deze zaak gaat het om de verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap tussen een vrouw en een man na hun echtscheiding. De vrouw is in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, waarin de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap was vastgesteld. De vrouw vorderde onder andere een gebruiksvergoeding voor de woning die de man na hun scheiding bewoonde. De rechtbank had deze vordering afgewezen, wat de vrouw in hoger beroep aanvecht. Het hof oordeelt dat de vrouw in beginsel recht heeft op een gebruiksvergoeding, maar dat de man alle lasten van de woning heeft gedragen en dat de vrouw in eerdere procedures geen verzoeken heeft gedaan tot verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap. Hierdoor komt het hof tot de conclusie dat de vrouw geen aanspraak kan maken op een gebruiksvergoeding.
Daarnaast betwist de vrouw de verdeling van de bankrekeningen en de behandeling van erfenisgelden. Het hof oordeelt dat de erfenisgelden niet in de huwelijksgoederengemeenschap vallen en dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat deze niet bij helfte verdeeld hoeven te worden. Wel wordt geoordeeld dat een bedrag van € 10.000,- dat de man op de rekening van de vrouw heeft gestort, aan haar toekomt en buiten de verdeling blijft.
Ten aanzien van de auto van het merk Toyota, die met gemeenschapsgeld is aangeschaft, oordeelt het hof dat deze buiten de verdeling moet blijven omdat de aankoop met erfenisgelden is gefinancierd. De man moet echter een vergoeding van € 1.825,- aan de vrouw betalen voor zijn aandeel in de gemeenschap. De waarde van de eenmanszaak van de man wordt door het hof op nihil gesteld, omdat de vrouw onvoldoende bewijs heeft geleverd voor een andere waardering. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank voor zover het de verdeling van de bankrekeningen betreft en bepaalt dat deze bij helfte verdeeld moeten worden, met uitzondering van de erfenisgelden.