Uitspraak
1.[A] ,
[B],
mr. B.D. Bos, kantoorhoudende te Rotterdam,
mrs. J.W. de Groot,
M.V.A. Heutenen
H. Şimşek, allen kantoorhoudende te Amsterdam,
mrs. L. Koningen
M.J. Folkeringa, beiden kantoorhoudende te Haarlem.
1.Het verloop van het geding
- verzoeker sub 1 als [A]
- verzoekers tezamen als [A] c.s.;
- verweerster als Fuelplants;
- belanghebbende sub 1 als Crop Design;
- belanghebbende sub 2 als [C] ;
- [E] als [E] ;
- [D] als [D] .
2.De feiten
, kwamen wij het volgende overeen: [D] ontvangt de eerste licentiegelden tot een maximum van € 75000,00 (na aftrek van kosten). De vervolginkomsten uit dit nummer en de selecties uit het veel bredere vervolgprogramma zullen deel uitmaken van de verdeelsleutel 20% voor [A] , 40% voor [D] en 40% voor Agriom. Zulks nadat de kosten op de bruto inkomsten in mindering zijn gebracht. Deze verdeelsleutel is ook van toepassing op het gehele aardbeien-veredelingsprogramma. Indien de programma’s (framboos en aardbei) worden ondergebracht in een Besloten Vennootschap zal de aandeelhouderverdeling ook 20 / 40 / 40 zijn.
Rechten en plichten voor ABB voor de veredeling van klein fruit
een verandering van aandelenpercentages en de oprichting van een nieuwe BV waarin de aardbeienactiviteiten worden ondergebracht”. [E] heeft op 4 december 2014 een splitsingsvoorstel gedaan dat onder meer inhoudt:
(…) De toegevoegde waarde van aandeelhouder (…) [A] in Advanced Berry Breeding[is]
tot nu toe gering te noemen.
(…) het is de wens van[ [A] c.s.]
dat aandeelhouders zich aan de afspraken houden die genoemd worden in de[samenwerkingsovereenkomst]
. Dit houdt o.a. in (artikel 3.5) minimaal twee keer per jaar een schriftelijke rapportage betreffende planning, budgettaire aangelegenheden en resultaten;
meer begeleiding te krijgen bij het veredelingswerk dat gedaan wordt op de farm in Indonesië.[Bijmer c.s.]
zou het op prijs stellen als er tussen partijen een protocol wordt opgesteld waarin wordt opgenomen wat partijen over en weer van elkaar mogen verwachten.”
Op 26 april 2016 hebben wij u per mail geïnformeerd over diverse zaken, daar waar het de eigendomstructuur van Allseasons Holland BV en haar dochtervennootschap Strawberindo Lestari betreft. Ondanks een tweetal herinneringen hebben wij hierop geen reactie mogen ontvangen.
(heeft) besloten de samenwerking met u te willen beëindigen.
is om uw 20% belang in Fuelplants B.V. over te nemen. In ruil daarvoor (draagt) [ [D] ] (zijn) belang in Allseasons Holland B.V. aan u over en (verleent) finale kwijting voor de openstaande vorderingen tegen betaling van een bedrag van € 100.000.”
(…) [E] vertelt over de problemen waar de Vennootschap zoal mee te maken heeft:
moeizame vermeerdering ras Kwanza (…) waardoor niet de overeengekomen arealen met de licentienemers kunnen worden vol gezet;
risico op claims (…). Fuelplants is akkoord gegaan met het verlengen van de exclusiviteitsperiode voor de Spaanse telers van 5 naar 7 jaar. (…)
situatie Meiosis[de onderneming waaraan Fuelplants de licentieadministratie had uitbesteed, toev. OK]
: dienstverlening bleek niet naar tevredenheid: de kosten waren aanzienlijk en de controle schoot tekort. (…) Opzegging van de dienstverlening heeft plaatsgevonden ultimo 2016.
50% van de kwekersrechten behouden. De rechten van [D] zijn ondergebracht in Allberry waardoor nu Allberry 50% van de rechten bezit. Dit is de reden dat 50% van de geïnde bedragen naar Allberry gaat.
refereert aan de samenwerkingsovereenkomst[en]
(…) interpreteert dat [D] al voor € 75.000,-- is gecompenseerd voor het inbrengen van reeds bestaande rassen. (…) [E] meent dat deze afspraak is gewijzigd na het oprichten van de Vennootschap. (…) [E] stelt dat de overeenkomst is vervallen en vervangen door de statuten.
Tijdens de vergadering[van aandeelhouders van 21 december 2017]
overhandigde (…) [G] (…) tot grote verrassing van de vergadering overzichten met testresultaten van het gewas aardbei over de jaren 2016 en 2017. Nadien ontvingen cliënten nog per mail de resultaten van de frambozenselecties.
- In artikel 11 lid 9 van de samenwerkingsovereenkomst is bepaald dat als het programma wordt ondergebracht in een besloten vennootschap de samenwerkingsovereenkomst wordt vervangen door de statuten van de besloten vennootschap. Nu niet in geschil is dat de samenwerking is ingebracht in Fuelplants, is daarom uitgangspunt dat de samenwerkingsovereenkomst daardoor is geëindigd (r.o. 4.3) ;
- Dat de samenwerking in Fuelplants is ingebracht en de samenwerkingsovereenkomst vanaf dat moment is beëindigd, neemt echter niet weg dat voor hetgeen partijen van elkaar mogen verwachten in het kader van de voortgezette samenwerking in het kader van Fuelplants betekenis kan toekomen aan bepalingen in de samenwerkingsovereenkomst. (r.o. 4.5);
- Het tweede geschilpunt is de vraag of de samenwerking zoals partijen die zijn aangegaan beperkt was tot het ontwikkelen van gewassen voor de tropische markt, of alle selecties en rassen betrof waarmee partijen zich bezig hielden ten tijde van het sluiten van de overeenkomst. In de overwegingen van de samenwerkingsovereenkomst is vermeld dat het gaat om “
De succesvolle frambozen Kweli, Kwanza, Imara en Mapema zijn al meerdere jaren op de internationale markt te krijgen. Vanaf 1 juli 2017 heeft ABB het licentiebeheer in eigen beheer en lanceerde eind 2017 een reeks nieuwe rassen: Jambo, Shani, Rafiki en Wengi. (…)
Deze website bevat algemene informatie met betrekking tot producten en diensten van Advanced Berry Breeding B.V.
Advanced Berry Breeding B.V. heeft een nieuwe zusterorganisatie opgericht: Advanced Plants B.V.. Samen met een vijftal plantenkwekers gaat deze nieuwe onderneming frambozenplanten produceren. (…) De vijf aangesloten plantenkwekers zullen de opkweek verzorgen van moederplanten en verse plugplanten van alle bestaande en toekomstige rassen van Advanced Berry Breeding.”
[E] geeft een toelichting bij de jaarrekening 2017. Fuelplants is in 2017 stevig actief geweest in de markt en heeft een licentie innende en IP beherende functie gekregen.
stelt hierop de vraag wat volgens [E] dan de IP-rechten van Fuelplants zijn. [E] antwoordt dat het dan gaat om de kwekersrechten voor de ‘oude rassen’ (Kweli, Kwanza, Imara en Mapema) die voor 50% op naam van Fuelplants horen te staan en voor 50% op naam van Allberry. Voor zover dat niet als zodanig is geregistreerd (…) komt dat enkel door bureaucratie en slechte administratieve verwerking in het buitenland. (…)
stelt daarop de vraag of [A] ook 20% aandeelhouder zal worden in de nieuwe besloten vennootschap. Het antwoord daarop is nee. (…)”
- belangenverstrengeling door [D] en [E] in hun betrokkenheid bij Fuelplants enerzijds en Allberry en Advanced Berry Breeding B.V. anderzijds;
- schending van de bijzondere zorgplicht van het bestuur van Fuelplants jegens [A] c.s. als minderheidsaandeelhouders;
- het onbenut laten door Fuelplants van zakelijke kansen, terwijl Allberry en Advanced Berry Breeding B.V. die kansen wel benut hebben;
3.De gronden van de beslissing
Is de onderneming beperkt tot veredeling van rassen geschikt voor teelt in de tropen?
dat [A] c.s. zich tot op heden bezig houdt met het uitgangsmateriaal dat in het kader van de samenwerking aan hem verstrekt is en dat hij werkzaamheden verricht zoals selectie, klonen en beoordelen onder tropische omstandigheden” en dat uit die correspondentie niet is af te leiden dat [D] en [E] er vanuit gaan dat de samenwerking is beëindigd.
de (juridische) afwikkeling van de affaire met Driscoll’s” biedt onvoldoende inzicht. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Fuelplants gesteld dat zij alle kosten van de procedure tegen Driscoll’s heeft gedragen en dat Fuelplants de helft van die kosten ten laste heeft gebracht van [D] door deze in mindering te brengen op de aan [D] /Allberry door te betalen licentievergoedingen. Dit laatste strookt niet met de eerder door Fuelplants gegeven uitleg en is niet toegelicht aan de hand van stukken of cijfers. Hierboven onder b. kwam al aan de orde en hieronder sub d komt nog aan de orde dat ook over de post ‘veredelings- en verkoopkosten’ ontoelaatbare onduidelijkheid bestaat. Dit alles roept vragen op over de juistheid van de toerekening van deze kosten en die vragen kunnen in het te gelasten onderzoek aan de orde komen.
corporate opportunitiesonbenut laat, oordeelt de Ondernemingskamer als volgt.
corporate opportunityonbenut laat door niet voortvarend kwekersrecht aan te vragen voor de aardbeiselecties 109 en 146 verschillen partijen van mening. [A] c.s. stellen dat deze selecties kansrijk zijn en Fuelplants heeft aangevoerd dat de commerciële vooruitzichten slecht zijn. [A] c.s. hebben zich op het standpunt gesteld dat Fuelplants op grond van het vonnis van 20 juni 2018 verplicht is om voor de aardbeiselecties kwekersrecht de aan te vragen. Fuelplants heeft er bij brief van 20 juli 2018 op gewezen dat deze selecties niet in Nederland zijn getest en dat geen duidelijkheid bestaat over de marktkansen van deze selecties. Bij brief van haar advocaat van 6 september 2018 heeft Fuelplants zich onder verwijzing naar een bijgevoegde rapportage van een deskundige op het standpunt gesteld dat de door [A] c.s. verstrekte gegevens met betrekking tot deze aardbeiselecties ontoereikend zijn voor het aanvragen van kwekersrechten. Begin 2019 heeft Fuelplants de aanvraag van kwekersrechten, onder protest van gehoudenheid, in gang gezet. Daarbij is tussen partijen discussie ontstaan over de vraag op basis van welk plantmateriaal die aanvraag kan/moet worden gedaan. Al met al betreft deze kwestie een verschil van inzicht over de juiste uitleg van het vonnis en/of een inhoudelijk verschil van inzicht over de mogelijkheden en het commerciële nut van het aanvragen van kwekersrecht voor bepaalde aardbeiselecties. In deze gang van zaken ziet de Ondernemingskamer geen gegronde reden om aan een juist beleid te twijfelen. Deze kwestie kan daarom buiten het te gelasten onderzoek blijven.