ECLI:NL:GHAMS:2020:579
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Incident tot het stellen van zekerheid voor proceskosten in hoger beroep door appellant woonachtig in Iran
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, is op 25 februari 2020 een arrest gewezen in een incident tot het stellen van zekerheid voor proceskosten. De appellant, woonachtig in Iran, heeft hoger beroep ingesteld tegen eerdere vonnissen van de kantonrechter in Amsterdam. De geïntimeerde heeft in het incident gevorderd dat de appellant zekerheid stelt voor de proceskosten, omdat hij geen woonplaats of gewone verblijfplaats in Nederland heeft. De appellant heeft zich verweerd door te stellen dat hij geen verplichting tot het stellen van zekerheid heeft op basis van een verdrag of EG-verordening. Het hof heeft overwogen dat Iran geen partij is bij een verdrag dat de verplichting tot zekerheidstelling uitsluit. Het hof heeft de vordering van de geïntimeerde toegewezen en de appellant bevolen om zekerheid te stellen voor een bedrag van € 2.929,- binnen vier weken na de uitspraak. De beslissing over de proceskosten van het incident is aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaak. De hoofdzaak is verwezen naar de rol voor uitlating over de zekerheidstelling.