Uitspraak
mr. E.B. Doganerte Amsterdam,
mr. G.F.H. Velthuizente Zaandam (voorheen mr. K. Yigit).
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding betreffende de verdeling van de echtelijke woning tussen [appellant] en [geïntimeerde sub 1]. Het huwelijk tussen partijen is in 2011 ontbonden, en in 2012 is er een afspraak gemaakt over de verdeling van de woning. [appellant] heeft de woning sindsdien bewoond met de kinderen, terwijl [geïntimeerde sub 1] in Turkije verbleef. De voorzieningenrechter heeft in een eerder vonnis [appellant] veroordeeld om mee te werken aan de verkoop van de woning. [appellant] is in hoger beroep gegaan, waarbij hij aanvoert dat hij de woning kan overnemen en dat de afspraken uit 2012 niet meer gelden door gewijzigde omstandigheden. Het hof oordeelt dat de afspraken uit 2012 nog steeds van kracht zijn en dat [appellant] onvoldoende heeft aangetoond dat hij de woning kan overnemen. Het hof bevestigt de eerdere beslissing van de voorzieningenrechter en bepaalt dat het arrest in de plaats treedt van de noodzakelijke rechtshandelingen voor de verkoop van de woning, indien [appellant] niet binnen zeven dagen na sommatie deze rechtshandelingen verricht. De proceskosten in hoger beroep worden gecompenseerd.